K3 gered door buggenhoutse mensen.

Vorig jaar in september was ik op zoek naar nog enkele legkippen.  Het ras leghorn leek me wel eens leuk en dus ging ik op het internet zoeken naar verkooppunten.  Op google ‘leghorn’ ingetikt en zo kwam ik terecht bij de buggenhoutse kippenopvang.  De buggenhoutse …wat?!  Aanvankelijk vond ik het wel grappig.  Ik dacht aan kinderopvang maar dan voor kippen.  Tja…

Na wat opzoekwerk, vond ik het nog allesbehalve grappig.  Deze mensen redden kippen uit legbedrijven.  Legbatterijen zijn zogezegd niet meer toegestaan in ons land.  Maar die legbedrijven zijn niet veel beter.  Zo is er het bedrijf in Oudenaarde waar de mensen uit Buggenhout kipjes gaan redden.  Ze hebben daar 150 000 kippen verdeeld in hokken, 8 verdiepingen op elkaar gestapeld.  De beestjes zitten op draadgaas op elkaar gepropt.  Hun pluimen zijn vuil, gebroken of zelfs weg.  Pootjes gekwetst van de ongemakkelijke ondergrond.  Ze krijgen speciaal legvoeder en worden bijgelicht zodat hun legcyclus geforceerd wordt.  Als ze 14 maanden oud zijn, zijn de beestjes al helemaal uitgeput dus leggen ze bijna geen eitjes meer.  Dan worden ze geslacht.  Toppunt is dan nog dat dat vlees naar Afrika vervoerd wordt.  Voor ons Europeanen, is dat niet goed genoeg.  Transportkosten, milieubelasting, … wat zijn we ecologisch weer goed bezig he.

Dus ik wilde wel eens gaan kijken daar in die kippenopvang.  Berichtje gestuurd en ik mocht drie kipjes gaan halen.  Ik was aangenaam verrast.  Er zaten eendjes, hanen en kippen op ruime grasvelden.  Ze hadden enkele slaaphokken ter beschikking en je zag zo dat die beestjes goed verzorgd werden.  De nieuwkomertjes zaten apart en ’s avonds werd hen geleerd om in het hok te gaan slapen.  Rondlopen buiten, dat kenden ze helemaal niet.  Zelfs van een overvliegende duif konden ze enorm schrikken.  Zo zielig.

img_1335img_1326

Ik kreeg drie ‘sloortjes’ mee naar huis, echt drie ‘gepluimde kiekens’.  Toen ik ermee thuis kwam, trok onze dochter haar neus op, “eikes!”, was haar reactie.  Ook de lieve wederhelft keek me vertwijfeld aan : “Wat heb je nu weer gedaan?  Heb je daar geld voor betaald?”  Ja, ik had 6 euro per kip betaald om de werking van de opvang te steunen.  De kipjes in het nachthok gezet bij de andere kippen, het was ondertussen donker.  Zo konden ze aan elkaar gewoon worden.  Mijn dames konden hen dan leren wat je als kip hoort te doen.  Vooral scharrelen, goeie vettige pieren pakken en graantjes en keukenrestjes oppikken die je krijgt van het vrouwtje.  En af en toe een eitje leggen.

De volgende morgen waren mijn dames al druk bezig buiten.  Maar twee van de nieuwelingen stonden nog bedeesd te drentelen in het nachthok.  Nummer drie was nergens te bekennen.  Hoe ging dat ook weer?  K2 zoekt…  Uiteindelijk vond ik tussen de struiken een wit ei, van de nieuwe dus.  Maar madam was nergens te bekennen.  Ik vond zelfs geen enkele pluim.  Alleen het ei was een bewijs dat ze er geweest was.  Ze was gewoon met de noorderzon vertrokken.  De overblijvende beestjes zijn stilletjesaan kip geworden.  Ze gingen vlug mijn dames imiteren, ze gingen ook beter in de pluimen zitten en je zag ze zo opfleuren.  Alleen heb ik de eerste maanden van hen geen enkel eitje gekregen.  Tot nu.  De dagen beginnen te lengen en heel voorzichtig beginnen ze nu te leggen.

img_1756img_1770

Heb ik hier nu goed mee gedaan, vraag ik mij af?  Voor de diertjes zelf, zeker wel.  Maar heb ik hiermee nu niet geholpen om het systeem in stand te houden?  Laat de legbedrijven maar bestaan, de kippen worden toch gered.  En het vlees dat verscheept wordt naar Afrika, daar moeten ze toch ook eten.

Zouden we als kippenliefhebbers toch niet beter de echte kippenrassen kopen in plaats van hybride rassen zoals leghorn?

Of zouden mensen door zulke initiatieven zich juist meer bewust worden van hoe we met ons voedsel omgaan?

Wat denken jullie?

Ik koop in ieder geval al lang geen ‘scharreleieren’ meer.  Als ik in de winter soms eens enkele eitjes koop, dan zoek ik er altijd van ‘kippen met vrije uitloop’.  Alhoewel die vrije uitloop ook beperkt is.  Geef mij maar een eitje van mijn eigen kipjes.  Die mogen echt scharrelen.  Een eitje van een gelukkige kip smaakt toch veel beter, hoor.

img_1766

 

 

De ‘zonneborder’ in januari.

Het is rustig in de tuin deze dagen.  De vriezeman houdt alles in zijn greep en mijn gedachten waren elders.

We gingen op reis.  Om de drie jaren proberen we terug te gaan naar het geboorteland van onze adoptiedochter, Zuid-Afrika.  We weten nochtans dat lange vliegreizen maken, geen ecologische manier van leven is.  Maar wij zijn zo gebeten door het Afrikavirus en we vinden het belangrijk dat onze dochter haar roots kent.  Daarbij vliegt dat vliegtuig toch, of wij daar nu op zitten of niet.  Ik weet wel als iedereen zo denkt, dat er dan niets verandert.  Maar ik ben ook niet heiliger dan de paus he, sorry.  Dit is onze ‘guilty pleasure’…

Terug naar onze tuin.  We merken al goed dat de dagen beginnen te lengen en dan begint het bij mij altijd al wat te kriebelen.  Veel te lang stil gezeten.  De winter is een straf voor mij.  Als ik door de tuin wandel, ben ik bijna geschokt dat alles er zo doods bij ligt.  Hoe gaat dit nog goed komen?  De lente zal zalig zijn, ik verkneukel me als ik er aan denk dat alles binnenkort zal ontwaken.

Zoals je kan zien, ruim ik niet op voor de winter.  Sommigen vinden dat misschien wat slordig maar voor insecten en vogels is dit het paradijs.

 

img_1718

Ik neem me voor om dit jaar onze ‘zonneborder’ eens van dichtbij te volgen.  Dit stukje tuin heeft een oppervlakte van ongeveer 16 meter op 3 meter.  Het ligt vlak naast onze kippenren.  Ik noem het onze ‘zonneborder’ omdat het bijna de hele dag in de zon ligt.  Vorig jaar tijdens de ecotuindagen vroegen mensen me naar het plannetje van dit stukje tuin.  Ik heb er geen.  Eigenlijk is dit zo gegroeid.  Ik was al heel lang geobsedeerd door bloeiende planten.  In onze vorige tuin benutte ik ook elk plekje en toen we verhuisden, heb ik veel planten meegenomen.  Als ik naar tuinbeurzen of plantenmarkten ga, kan ik het ook niet laten om steeds iets mee te brengen.  Plantjes ruilen, vind ik ook heel plezant.  De zonneminnende exemplaren komen dan in de ‘zonneborder’ terecht.  Het is heel belangrijk dat een plant op de juiste plaats staat.  Anders krijg je ziekten en plagen.

img_1719img_1716img_1714

Eigenlijk wil ik dit jaar wel eens proberen te tekenen hoe dit stukje tuin er nu uitziet.  En eens opsommen welke planten er allemaal in staan.  Want het zijn er heel wat.  Eigenlijk ben ik wel eens benieuwd hoeveel.  Er staat ook elke keer  wat anders in bloei.  Daarbij staan er niet alleen vaste planten maar ook eenjarigen.  Die mogen zichzelf uitzaaien dus jaar na jaar is het ook steeds wat anders.

Ik voel het al dat ik me ga amuseren met dit blogprojectje.  Als jullie er dan ook nog iets aan gaan hebben, is het helemaal mooi he…😊

img_1738