We hadden afgesproken, de Natuurpuntvriend en ik, dat we het de eerste warme zomernacht eens gingen doen in mijn tuin.
Zaterdagavond 1 augustus kwam hij met zijn fiets den hof opgereden. Hij had mee: een houten bak, een transformator en een hele straffe kwikdamplamp. We gingen nachtvlinders tellen.
Alles geïnstalleerd, ik vertrok voor de nachtshift naar mijn werk en we spraken af de volgende ochtend om kwart na zeven terug samen te komen om te kijken welke vlinders er in de bak zaten.
De zonen zakten die avond nog efkens door op het terras en hadden veel plezier met de interesses van hun zotte moeder. Ze gingen wedden hoeveel vlinders ze gevangen had. De ene zei 30 exemplaren, de andere gokte op 32. Maar toen ze een paar biertjes later eens gingen kijken, moesten ze vaststellen dat ze het toch wel serieus onderschat hadden.

Slimme camouflage hè!
De volgende ochtend arriveerde ik als eerste aan de lichtval. Wat daar allemaal in en op en rond zat! Wauw! Zo veel soorten vlinders bij elkaar had ik nog nooit gezien, echt prachtig! Ik moest effenaf lachen met de Natuurpuntvriend die even later aankwam. Zoals een kind in een snoepwinkel kon hij zijn plezier en ‘contentement’ niet verbergen.



Zelfs twee ‘Spaanse vlaggen’, (vroeger zeer zeldzaam in Vlaanderen, nu meer verspreid én Europees beschermd) zaten bovenop de bak. Het was voor de Natuurpuntvriend de eerste keer dat hij ze ‘live’ zag en hij heeft op Waarnemingen.be nochtans 30 312 waarnemingen op zijn naam staan. Ge kunt u dus wel voorstellen dat ik fier was op onze tuin.


We telden 45 soorten nachtvlinders en om het aantal exemplaren te tellen, daar was gewoon geen beginnen aan. Al die fladderende, wriemelende beestjes; het waren er zeker een nulletje meer dan wat de zonen gegokt hadden.
Het op naam brengen van al die beestjes was een plezant werkje. De Natuurpuntvriend is een wandelende natuurencyclopedie en voor de beestjes waarvan hij de naam niet wist, had hij een nachtvlindergids bij.

Alle 45 namen ga ik hier niet opsommen. Ik vermeld gewoon diegene die ik het mooist vond klinken: Glad beertje, Schedeldrager, Karmozijnrood weeskind (een zeldzame blijkbaar), Hageheld, Schaapje, Kleine breedbandhuismoeder, Bleke grasuil, Parelmoermot (vond ik grappig), Goudvenstertje, Peper-en-zoutvlinder, Kameeltje, Lieveling, Brandnetelkapje, Donker klaverblaadje en nog zoveel meer.

Tegen mij moet je nu echt niet meer zeggen dat motten mottig zijn! Als ik tussen al die vlinders mag kiezen wat ik de allermooiste vond, neem ik de Zilveren groenuil. Een prachtig aaibaar beestje!
