Polarisatie

Ik weet niet wat dat tegenwoordig is, maar ik zie onze maatschappij zo polariseren.

Zo was ik vorige week getuige van een discussie tussen twee haantjes op de FB pagina van Natuurpunt. Blijkbaar laat Natuurpunt zich sponsoren door Horta, een tuincentrum van ‘de boeren’. Het ene haantje vond dat niet kunnen. Want als je op de website van Horta terecht komt, word je aangespoord om een robotmaaier te kopen. En door robotmaaiers worden er tegenwoordig zoveel egels gekwetst. Horta verkoopt ook vlotjes ‘gewasbeschermingsmiddelen’, vergif . Ik snapte dus volledig zijn punt.

Maar het andere haantje had het over de vrijheid van keuze voor kort of lang gras. Voor netjes of wild. Hij had ook gelijk natuurlijk. Maar zoals echte haantjes, ze gaven allebei niet toe. Of ze er uiteindelijk uitgeraakt zijn, weet ik niet. Maar het liet me niet los. Waar ik eerst volledig in het ene haantje zijn standpunt mee was, begon ik te denken: “waarom doet Natuurpunt zoiets?”

En ik denk dat ik het snap. Groene jongens (en meisjes) hebben altijd lijnrecht tegenover de landbouwers gestaan. Er is inderdaad heel veel misgelopen in de gangbare landbouw. Maar vanuit de landbouwers hun standpunt lijkt het wel of ‘die groenen’ niet snappen dat het die mensen hun broodwinning is. Polarisatie dus …

Onze milieu- en klimaatcrisis wordt catastrofaal en als we ieder aan onze kant van ons gelijk blijven staan, gebeurt er niets. Dus in die optiek snap ik waarom Natuurpunt reclame maakt voor Horta. Ik kom regelmatig in de plaatselijke Horta vestiging, niet voor gewasbeschermi… vergif dus, maar wel voor kippeneten. En ik heb inderdaad gemerkt dat er daar ’t één en ’t ander aan het veranderen is. Ze bieden nu ook natuurlijke vijanden aan ipv vergif voor plagen in de tuin. Je kan er nu ook nestkastjes van Natuurpunt kopen. Er is dus toenadering en de natuur kan daar alleen maar wel bij varen. Ook Velt beseft dat met hun enorme expertise over ecologische teelt van groenten, ze de landbouw kunnen helpen en wil daar nu gaan op inzetten. Prachtige voorbeelden van depolarisatie!

Rond de klimaatverandering is er ook zo veel polarisatie. Je hebt de ‘believers’ en de ‘non-believers’. Er zijn wereldwijd talloze bewijzen geleverd door wetenschappers van het IPCC dat de klimaatopwarming een feit is én dat het veroorzaakt is door de mens. En toch blijven sommige randwetenschappers proberen om mensen van het tegendeel te overtuigen. Waarom toch? Het draait om geld. Want een wetenschapper die een belangrijk bewijs kan weerleggen, die zijn broodje is gebakken.

Ook de pers speelt een belangrijke rol in de polarisatie van onze maatschappij. Zo las ik deze ochtend een artikel in De Morgen over de ongekend hoge temperaturen in Noord-Rusland momenteel en het alarm dat klimaatwetenschappers daarover slaan. En hier komt het, ik citeer: “Dit jaar belooft mede door die hittegolf het heetste jaar sinds het begin van de metingen te worden, ondanks de verminderde uitstoot van broeikasgassen als gevolg van de coronacrisis.”

Allee zeh! Wat is hier nu de bedoeling van? Ze weten toch dat wetenschappers gezegd hebben dat als we morgen direct zouden stoppen met het uitstoten van broeikasgassen, de temperatuur nog zal blijven stijgen met 0,1 tot 0,3°C! Met andere woorden, er zit een vertraging op het systeem. Natuurlijk kunnen we het effect van de coronacrisis nu nog niet voelen. Maar de man in de straat zou nu wel kunnen concluderen dat de klimaatverandering toch niet door de invloed van de mens komt. En dat helpt ons niet vooruit. Integendeel, hoe langer we dralen om in actie te schieten, hoe moeilijker en duurder het wordt om het tij nog te keren.

Die coronacrisis, da’s nog zoiets. Daar heb je de mensen die nauwgezet de veiligheidsregels volgen en anderen die er hun broek aan vegen en afterparty’s organiseren. Beide kampen staan furieus tegenover elkaar.

Het toppunt van polarisatie vond ik de betogingen voor Black Lives Matter na de dood van George Floyd. Zo juist dat mensen daarvoor op straat kwamen maar het moment zo verkeerd gekozen, in volle corona-crisis, als afstand houden nog zo belangrijk is. De polarisatie blank versus zwart, de aanklacht tegen racisme, verdween gewoon in … een andere polarisatie …

Wat is jouw idee daarover?

Compost 2.0

‘Het zwarte goud’. Zo wordt compost genoemd door menig ecotuinier. Er bestaat inderdaad niks beter voor je planten. Meststof en mulchmateriaal tegelijk. En als dat dan ook nog eens zelfgemaakt is, van je eigen groenafval, mmm …

“Al jaren en jaren doet ons moeder dat”: mijn zonen kunnen het zo smakelijk uitleggen. Maar ’t is waar, ge gaat mij niet tegenkomen in ’t containerpark met groenafval. Ik verwerk het allemaal in drie bakken, hoe ik dat doe en wie me daarmee helpt, kan je hier lezen. 😉

Ik had echter mijn compost nog nooit gezeefd. Lompweg en heel lui, kapte ik hem steeds zo tussen mijn planten. Da’s geen probleem. Mijn ‘personeel’ (pieren, mieren en andere beestjes) maakt dat dan wel fijner en uiteindelijk bekom je hetzelfde resultaat. Maar ’t is inderdaad wel veel properder als alles al fijn is.

Ik had dus een compostzeef nodig. Maar hoe ging ik daar aan geraken met mijn twee linkerhanden?

En toen kwam Corona. En de handige buurman die plots technisch werkloos was en zich steendood verveelde. Ik moest diene mens toch helpen?

Ik vond hier een technische uitleg om een compostzeef te maken en stuurde die naar hem. Dat zag hij helemaal zitten. Een weekje later stond hij er al mee op den hof. Met zijn haar nog vol houtschaafsel en met blinkende ogen, zo fier als een gieter. Ik vond zijn creatie prachtig!

‘k Heb dan mijn compost nog eens omgeschept en gemengd met grasmaaisel en regenwater. Zo kon hij nog eens goed ‘broeien’.

Vorig weekend was het dan zover. De compost was klaar. Nu kon ik dus de eerste keer in mijn leven compost zeven. Jongste zoon kwam eens lachen: “Doe de da na geiren?” Het duurt ongeveer een half uurtje om een overvolle kruiwagen met lekker geurende, fijne compost te bekomen. Al wrijvend met mijn tuinhandschoenen door de grove compost, stoot ik de lade van de zeef heen en weer. ‘k Krijg er rode oortjes van. Want een ritmisch gebonk stijgt uit boven ons vogelboske. Wat zouden de buren daar wel van denken? De grove stukken die overblijven, worden terug in de eerste bak gegooid.

“Of ik dat na geiren doe”? Ja! Want het resultaat is een product dat zo heerlijk is. Als ik er mijn neus in steek, waan ik me in het bos. Helemaal zelf gemaakt, gratis en van super kwaliteit.

De bloemenweide

Zo’n bloemenweide, dat is een gerief jong! Ge moet uw gras niet afrijden en ge kunt u daar met een boekske achter verstoppen …

Iedereen was er hier eerst tegen want dat was veel te slordig, vonden ze. Maar als je daar met de grasmachine paadjes rond en door maait, krijg je een mooie structuur en is je tuin ineens zoveel meer dan een saai biljartlaken. Geniet even mee …

Mooie plantencombinaties in mei

Een projectje waar ik vorig jaar ook al wat in gedeeld had. LievesGarden begon ermee en er waren nog tuinbloggers die volgden. Wie doet nog mee? (Deze foto’s zijn nog van de vorige maand, mei)

Paeonia ‘Sarah Bernhardt’ met Damastbloemen erachter. Ik ben zot van damastbloemen, vooral van hun geur ’s avonds
ongekende Pioenen met Akeleien
Limnanthes douglasii op de voorgrond met Akeleien en gele Meconopsis erachter
Uitzicht vanuit de keuken
Silene dioica ( dagkoekoeksbloem) met damastbloemen
Allium christophii met Salvia nemorosa ‘Viola Klose’ en Erysimum ‘Constant Cheer’

Ecotuindagen Velt 2020

Het eerste weekend van juni zijn het traditioneel hoogdagen voor Velters. Dan kan je in heel Vlaanderen en Nederland tuinen gaan bekijken. Tuinen waar er getuinierd wordt zonder gif en met respect voor mens en dier.

Maar zoals voor zovele andere dingen stak Corona hier ook een stokje voor. In Vlaanderen mogen er nu nog geen grote evenementen plaats vinden. Daarom vertrok er een mail van Velt aan alle tuineigenaars die al meegedaan hadden met de Ecotuindagen, om een filmpje te maken van onze tuinen. Zo kunnen de mensen dit jaar ‘vanuit hun kot’ toch nog van de Ecotuindagen genieten.

Ziehier het mijne:

Kom je graag ook bij Velt? Meer info vind je op www.velt.nu

Safari in de tuin, drie ontmoetingen

Door covid-19 zitten we nog steeds in onze beperkte bubbel. Op vakantie gaan zit er nog niet in maar geen nood, in de tuin kunnen we ook op safari.

Zo kwam ik vorig weekend tijdens een ochtendwandeling een echte sukkelaar tegen. Hij was duidelijk in moeilijkheden. Met zijn logge bruine lijf kon hij niet veel beginnen tegen verschillende behendige belagers. Een kever die aangevallen werd door een kolonie mieren op een blad van mijn jonge appelboompje. De mieren deden daar duidelijk aan landbouw. Het waren meer bepaald veetelers. Verschillende stallen met bladluizen hadden ze onder hun hoede. Daarom waren ze niet blij met de lompe bezoeker.

Ik vroeg me af wat soort kever het was. Waarnemingen.be kon me niet echt helpen, een meikever kreeg ik als optie. Maar dat was het duidelijk niet. Hulp gevraagd in de Velt Facebookgroep dan, daar kan je altijd terecht. Iemand zei een junikever maar daarvoor was hij ook te klein. Een rozenkever, opperde men dan. En inderdaad dat was het.

Ik had eigenlijk gehoopt dat hij ook een bladluizeneter was maar helaas hij eet ook blaadjes. ‘k Heb dan maar enkele bladluizen plat geknepen. Kwestie van wat geur te verspreiden en lieveheersbeestjes, gaasvliegen en rode weekschildkevers te lokken.

Van de tweede ontmoeting sprong ik een gat in de lucht van ’t verschieten. Ik kwam om het hoekje van ons huis en toen ritselde vlak voor mijn voeten vliegensvlug iets de struiken in. Boven mij op de elektriciteitsdraad begon een kauw vreselijk te krijsen. Voor ik goed en wel besefte dat ik haar jong verrast had, zat ik ineens in een scène van Hitchcock’s Birds. Zeker twintig kauwen kwamen boven mij in de lucht gecirkeld! Adembenemend jong! Ik ben stillekes afgedropen. Een safari kan soms echt spannend zijn.

De derde ontmoeting, dat was pure gelukzaligheid! ‘Kweeniehoeveel’ honingbijen die op zoek waren naar nectar in mijn papavers. Dat was daar een gezellige bedrijvigheid! Daar doet een mens het voor hè …

Indringers

Eén keer per jaar houd ik een onverbiddelijke razzia. Als de bosaardbeien (Fragaria vesca) beginnen te bloeien, duik ik onder de trampoline.

Ik ben zot van bosaardbeien. Ze zijn zoveel zoeter en subtieler van smaak dan gewone aardbeien. Mijn ecomaat vertelde een aantal jaren geleden eens hoe zijn vrouw een hele kom geplukt had en dat hij die ‘met de lepel’ mocht opeten. Decadent vond ik dat! Van ware liefde gesproken 😉

Maar die razzia nu. Sinds een jaar of drie komt er een indringer onder de trampoline. Ene met prachtige gele bloemetjes: de schijnaardbei, Potentilla indica of Duchesnea indica. Ik ben er echt niet zot van. Hij krijgt smakeloze vruchten en hij is super invasief. Hij dringt mijn bosaardbeien weg. Ik heb hem nooit in onze tuin gezet. Ik denk dat hij uit een bostuin komt, zo’n 200 meter van hier want daar heb ik hem ook gezien.

Het is niet zo makkelijk om bosaardbeien en schijnaardbeien uit elkaar te houden. Behalve als je ze beiden hebt, dan zie je het verschil wel goed. Als ze bloemen, is het makkelijk: de bosaardbei bloemt wit, de schijnaardbei geel. Aan de vruchtjes kan je het ook zien. De bosaardbei heeft ‘hangende’ vruchtjes, de schijnaardbei ‘staande’. Het blad van de schijnaardbei is iets donkerder groen dan dat van de bosaardbei.

De schijnaardbei staat op de Consensus lijst van Alterias. Dit wil zeggen dat ze in België niet meer mag gekweekt of verkocht worden omdat het eigenlijk een invasieve exoot is. Hij is inheems in Azië. In de jaren ’50 werd hij aangeplant rond het domein van Hertoginnedal in Brussel als sierplant en vandaar is hij aan zijn opmars begonnen. In Wallonië zou hij nog niet voorkomen. Of hij echt schade aanricht in natuurgebieden, daar is men nog niet helemaal uit. (Zoals Japanse Duizendknoop, Fallopia Japonica). Maar voorzichtigheid is wel geboden. Ik beschouw deze indringer dus als niet welkom in onze tuin …