Oorlogsvoedsel?

Dat was de bedoeling: tien kuikens die ik zou opkweken. De kippen voor de eieren en de hanen voor het vlees. Ik ging mij daar niet aan hechten.

Ze waren al enkele dagen oud toen ze hier aankwamen, dus bang en schuw. Eerst sliepen ze in de living en als ze wat groter werden, in de garage in een konijnenhok.

Zondagavond waren we aan het aperitieven en jongste zoon vertelde hoe één van zijn vrienden bijna over mijn kuikens in de garage gevallen was. Nochtans een toffe gast hoor. Zo ene met dreadlocks die in een tiny house op recreatiegrond wil gaan wonen. Weet je wat die zei?! “Ja, uw ma, dat is ook een ‘zweefteef’ hè.” Ik verslikte mij begot in mijn zelf gebrouwen gin-tonic en de rest van het gezin gierde het uit.

Maar die ‘zweefteef’ heeft nu wel een probleem. Die tien asociale kuikens zijn nu zo’n zelfbewuste en aanhankelijke pubers geworden. Ondertussen wonen ze in het kippenhok en ze gebruiken al hun charmes. Een zieke kip uit haar lijden verlossen of een kwaaie haan in de pot draaien, dat kan ik. Maar deze schatjes?

Als ze mijn stem horen, komen ze alle tien aangevlogen. Ze kunnen maar niet genoeg krijgen van het scharrelen in het gras en als er ene een dikke pier gevonden heeft, is het kermis. Ik heb van hen ook al iets geleerd: als je pubers op de juiste manier aanpakt, willen die wél helpen. Het veldje schijnaardbei en kruipende boterbloem dat ik in het kippenhok vond, was met ons elven rap opgekuist.

Gaan slapen, dat is net zoals bij alle pubers, niet zo gemakkelijk. Ze hebben het deurtje van het nachthok nog niet gevonden. Maar als ik er dan aan ga zitten en hen roep, komen ze alle negen aangelopen en springen ze langs het trapje naar binnen. Eentje niet, dat is onze ‘dweize kiek’ (dwarse kip voor de Nederlanders 😉 ). Ze is de kleinste, is al enkele keren uitgebroken en ons alle hoeken van den hof laten zien.

Het is weer heel plezant, al dat jong leven hier. Ik vind dat Poetin er echt wel mag mee gaan ophouden. Want oorlogsvoedsel, dat gaan ze niet worden, denk ik.

Poule de Bresse

Eerst effe een bekentenis: ik durf niet op de autosnelweg rijden. Werk er wel aan momenteel maar het blijft moeilijk.

Mensen durven zich daar wel eens vrolijk over maken. Als ik het al te gortig vind worden, zeg ik dan: “Durft gij een kieken slachten?” Dan stoppen ze wel met lachen. Allee nee, meestal lachen ze dan nog harder. Maar ik vind dat nuttiger dan op de autosnelweg durven rijden. Want als het oorlog wordt en het voedsel heel duur, zal ik eten hebben en zij niet. Zover mijn redenering.

Ik heb het ook niet zonder slag of stoot geleerd hoor. Als ‘kippenmoeder’ had ik af en toe zieke dieren die ik niet meer kon redden. Die dan laten creperen, vond ik vreselijk. Dan dacht ik aan hoe ik als student verpleegkundige de eerste keer een bloedafname bij een patiënt moest doen. Dat was ook vreselijk maar nodig. Als ik durfde bloed prikken bij mensen moest ik ook zieke kippen uit hun lijden durven verlossen, vond ik.

En toen hadden we die ene jonge haan die iedereen die maar in de buurt durfde te komen, aanviel. Het werd zelfs gevaarlijk voor onze peuterdochter. Een collega, ‘poeliersdochter’ heeft me toen geleerd een haantje ‘panklaar’ te maken. We hebben coq au vin van hem gemaakt. Zo’n fijn en lekker vlees kan je eigenlijk niet kopen. Sinds dan durf ik slachten. Niet dat ik het graag doe maar nood breekt wet.

En nu is het oorlog in Europa. En zag ik op de Tweedehands site een berichtje over poule de Bresse kuikens passeren. Ze waren enkele dagen oud en konden verder opgekweekt worden. De hennen voor de eieren en de haantjes voor het vlees. Ik heb tien kuikens gekocht.

Eerst zaten ze onder een warmhoudplaat in de living. Nu slapen ze in een konijnenhok in de garage. Overdag zitten ze onder een rennetje in het gras. Het rennetje is nog effe nodig om hen tegen eksters te beschermen.

Deze morgen ging ik met het hok in de handen naar buiten. O jee! In het vervolg moet ik de onderkant vasthouden. De bak schoot los en tuimelde op de grond. Ik had alleen de bovenkant nog vast en de kuikens fladderden naar alle kanten. Er bleven er vier verbaasd ter plaatse trappelen. Drie pubers repten zich richting Buggenhout. En drie sloebers schoten in de loop naar Steenhuffel. Daar ging ons oorlogsvoedsel.

Het ras Poule de Bresse is ontstaan in Frankrijk. De kippen hebben een rode kam, witte veren en blauwe poten, de kleuren die voorkomen in de Franse vlag. Ze groeien snel en met vier maanden zijn de hennen al aan de leg.

Dankzij de chicken run op zondagochtend was ik direct wakker. Van mij mogen ze snel groeien. Dan kunnen ze zo vlug mogelijk gewoon bij de andere kippen in de tuin.