De wereld is klein

Vandaag ontmoette ik Willy, een jonge, knappe Zuid-Afrikaan.

Ik had hem opgemerkt aan het station in ons dorp. Zijn grote, donkere ogen zochten me al begreep ik niet waarom.

De laatste week rijd ik nogal regelmatig met de auto omdat de lieve wederhelft zijn voet gebroken heeft. Ik ben dus nu naast liefhebbende echtgenote, mama, werkende vrouw en huishoudstér ook nog eens taxichauffeur. 😉

En zo stonden we te wachten voor de gesloten overweg aan het station. De jonge Zuid-Afrikaan bleef kijken, raapte al zijn moed bij elkaar en kwam op ons toegestapt: “I saw the flags on your car, I’m from South-Africa.” zei de man. Hij had zijn trein gemist en moest een uur wachten voor de volgende maar als we hem naar het andere dorp zouden kunnen brengen, kon hij daar binnen 7 minuten een bus nemen.

Vlug de lieve wederhelft afgezet aan kantoor, teruggereden en de Zuid-Afrikaan opgepikt en wij weg naar het volgende dorp.

Hij begon spontaan te vertellen dat hij in België was voor een ‘girlfriend’, dat hij eigenlijk afkomstig was van Burundi maar in Khayelitsha, sloppenwijk naast Kaapstad, vrijwilligerswerk deed om ‘orphans’ te helpen. Hij vroeg vanwaar we die vlaggetjes op onze auto hebben. Dus ik vertelde over onze dochter die uit Khayelitsha komt, over adoptie, over onze liefde voor dat mooie, verre land.

Die 5 minuten in de auto waren zo warm en zo mooi. Hoe een mens zich door een toevallige ontmoeting zo rijk kan voelen hè… Ik heb de jongen afgezet aan het busstation en hem het allerbeste toegewenst. Ik hoop dat hij samen met zijn vriendinnetje nog heel veel wezen in Zuid-Afrika gaat helpen…

Bruckeveld

Deze zomer heb ik een toffe plantenkwekerij ontdekt. Een vriendin vroeg me om eens mee te gaan en amai! Dat ik daar nog nooit geweest was, het is zelfs bij ons in de buurt…

Verwoed pogingen doende om van mijn verbazing te bekomen, stelde de eigenares me direct gerust: “Eigenlijk weten veel mensen niet waarvoor wij staan.” Ik dacht allee jong, zo’n tof concept dat jullie hebben, dat moet ge toch van de daken schreeuwen!

In 1993 is deze plantenkwekerij gestart. Christine en haar echtgenoot Walter werken samen met één vaste arbeider. Tijdens de lente en zomermaanden krijgen ze hulp van seizoensarbeiders voor het oppotten en wieden.

Wat ik tof vind, is dat ze heel veel zelf kweken: zaaien, stekken en scheuren. Daarnaast zijn ze lid van een groep met andere kwekers zodat hun aanbod nog veel uitgebreider is. Ben je dus op zoek naar een plant die ze niet zelf gekweekt hebben, dan kan je die altijd bestellen.

Waar ik me dan helemaal goed bij voel, is dat ze duurzaam werken heel belangrijk vinden. Ze vangen het regenwater van de serres op. Ze hergebruiken de plastic potjes die de klanten terugbrengen. En de bestellingen worden in kisten met statiegeld klaargezet, dus geen wegwerpverpakkingen. Van de planten die niet verkocht zijn, nemen ze stek of ze scheuren ze. Snoeisel en onkruid wordt op het veld onder gefreesd.

Aan hun nieuwe website wordt op dit moment nog hard gewerkt. Er wordt een filter geïnstalleerd zodat je kan zoeken op standplaats, hoogte, bloemkleur en wintergroen. Dat zie ik helemaal zitten. Deze winter ga ik me kunnen amuseren en terug wat borders aanpassen.

Dit weekend, 21 en 22 september hebben ze opendeurdagen. Je moet zeker eens gaan kijken! Hun toontuinen zijn tof om eens door te wandelen en ideeën op te doen. En prijs – kwaliteit gezien, zijn hun planten voordeliger dan andere kwekerijen die ik al bezocht heb.

Indian summer

’s Morgens en ’s avonds voel en zie je het al goed: het zomerliedje is bijna uitgezongen. Daarom doet september nog even zijn best met veel kleuren.

Zalig vind ik dat: de laatste strootjes uit het dak trekken en nog even profiteren, wetende dat na de winter terug een nieuwe lente komt…

Ook in onze tuin vinden insecten ‘meer dan sprietjes’. Het nieuwe projectje mag er voor het eerste jaar best wezen, vind ik. Enkele vaste planten gekocht, eens in mijn zaaibakje gerommeld en wat overschotjes uit de rest van de tuin uitgeplant en het gazon is heel goedkoop ‘gepimpt’.

In de bloemenweide heeft zich een Speerdistel gevestigd. Ik ben content, hij heeft zich gezet waar ik het graag heb. ’t Is een afstammeling van mijn Gespierde Speerdistel die twee jaar geleden ineens in de tuin verscheen. Hier lees je hoe ik me wapende tegen de kritiek van sommigen.

Moestuinstoefen

‘Moestuinstoefen’ is een term, uitgevonden door Barbara van Velt. Veel Velters doen daar gretig aan mee.

Wat ik momenteel uit de moestuin haal is zo lekker! Die smaken vind je in de winkel niet. Enkele foto’s om jullie te verlekkeren … 😉

Veel soorten tomaten
‘Tel Aviv Train tomaatjes’ meegenomen op een picknick in het bos met de buren en lekker zoet bevonden…
Mijn paradijsje…
Wortelen mix … uit zaadjes van Velt natuurlijk
Komkommers
‘Black Plum tomaatjes’ vind ik persoonlijk heel lekker
Prinsessenboontjes, Faraday, Purple Teepee en Helios die regelmatig maar niet overvloedig veel dragen. Ideaal voor de moestuinier: je kan een hele zomer vers oogsten.
Ahum, tja in de moestuin kom je soms spannende dingen tegen 😉

DIY veggie burger

Toen oudste zoon nog op de humaniora zat, kwam hij op een dag thuis en zei dat hij een bekentenis moest doen. De pretlichtjes in zijn ogen verraadden niet veel goeds.

“Mijn vrienden noemen jou een ‘veggie burger’, gniffelde hij. We schaterden het beiden uit. “Waarom?” vroeg ik. Ik at toen niet eens vegetarisch. Tja?

Ondertussen probeer ik wel vier keer in de week vegetarisch te eten. ’t Was een goed voornemen in het begin van dit jaar en tot hiertoe is me dat meestal wel goed gelukt. Dat is het voordeel van goede voornemens: lukt het eens niet, so what?

In de plaats van vlees eet ik dan dingen die je op een andere manier van eiwitten voorzien : eitjes van onze kippen, Berloumi grillkaas, notenburgers, eens een vleesvervanger uit de winkel, portobello in een lekker sausje, … en daarbij heel veel verschillende groenten. Die maak ik dan klaar in de wok in combinaties die ik ‘a la moment’ uitprobeer.

Of ik maak een lading burgertjes met kikkererwten. Die bewaar ik dan in de diepvriezer en da’s lekker makkelijk.

Momenteel voorziet de moestuin ons van massa’s rode bietjes en worteltjes. En op de Velt-markt dit voorjaar had ik iets tof gevonden: biologische witte lupinebonen. Lupine is zeer eiwitrijk, wordt in Nederland geteeld en is een prima duurzaam alternatief voor vlees. Tijd om daar iets mee te maken: rode biet burgertjes en wortel burgertjes.

Wil je graag andere recepten met deze boontjes? Www.powerpeul.nl

Op de verpakking stond:

Week de bonen 24 uur in ruim koud water, kook ze in 100 minuten gaar en spoel ze na. Lupinebonen zijn knapperiger dan andere bonen. 400 gram droge bonen wordt ruim 1 kg gekookte bonen. Tip: kook het zakje bonen in 1 keer en bewaar de gekookte bonen in porties in de diepvries.

.

Daarna kon ik een namiddagje prutsen in de keuken. De stoomfunctie van mijn nieuwe oven uitgeprobeerd en 2 bietjes gestoomd en puree van gemaakt. 500 g gekookte lupineboontjes gemixt en onder de puree gemengd. En dan moet je de juiste consistentie zoeken zodat je er burgertjes kan van ‘boetseren’. Ik maalde ook nog 3 eetlepels havermout, 2 eetlepels zonnebloempitten en 2 eetlepels cashewnoten en voegde die toe. Kruiden met peper, zelfgemaakt kruidenzout, sojasaus, paprika, knoflook, … of wat je zelf lekker vindt.

Daarvan heb ik balletjes gerold en die gepaneerd met gebroken lijnzaad. Hetzelfde deed ik met de worteltjes. Nu heb ik een hele lading veggie burgertjes in de diepvries. En ze zijn lekker!

Hebben jullie makkelijke, toffe veggie recepten?