En hoe gaat het met Swenga?

Het WhatsApp berichtje ‘En hoe gaat het met Swenga?’ op zondagmorgen katapulteerde me terug naar deze zomer op het strand van Cadzand.

We hadden haar al zien zitten, genietend van de zon, kijkend naar de kinderen die in de branding aan ’t ravotten waren. Haar rolstoel stond net niet in het water en de spetters die ze over haar heen kreeg, deerden haar niet. Ze straalde positiviteit uit, puur respect voelden we voor haar.

Onze puppy vond de spetters water niet zo leuk. We waren met haar op een hete julidag naar zee gekomen om haar te laten wennen aan al die prikkels. De kinderen vond ze tof, het zand om in te graven grandioos maar die zee, brrr. ’t Is een echte Rhodesian Ridgeback, onze Swenga, als de dood voor water…

Met een hond raak je makkelijker aan de praat met mensen. De mama van het positieve meisje sprak ons aan. Dat zij ook zo zot is van Ridgebacks en haar dochter ook. En als ze later alleen ging wonen, wilde ze er ook ene. Dat zinnetje brak het ijs. We hadden een gezellige babbel, namen foto’s en wisselden telefoonnummers uit.

En ik beloofde dat ik af en toe eens ging schrijven over Swenga.

Volgende week wordt ze zeven maanden oud. In de hondenschool doorliepen we al twee puppyklassen. Groot was mijn verbazing dat we twee weken geleden mochten overgaan naar de A-klas. “Ze zal nog wel een tijdje een ‘spring-in-‘t-veld’ blijven”, lachte de instructeur “maar haar oefeningen doet ze goed dus jullie mogen overgaan.”

We doen vooral aan socialisatie en oefenen de commando’s ‘zit’, ‘liggen’, ‘staan’, ‘aan de voet’ en leren ‘tandjes laten bekijken’ en wandelen naast de baas en terwijl de andere hondjes gerust laten. (Da’s ne moeilijke voor al die speelvogels 😉 )

De sfeer in de hondenschool is heel tof. Als onze les gedaan is, zitten de mannen van de hoogste groep met hun perfecte honden te wachten op het terras. Daar moet ik dan met mijn ‘huppelend, trekkend springkonijn’ voorbij geraken. Mijne sloeber vindt dat allemaal heel plezant. Verontschuldigend glimlachend en mompelend: “had me beter ne Chiwawa genomen”, probeer ik daar dan zo elegant als mogelijk voorbij te schrijden. Gelukkig kan ik wel op begrip rekenen: “Veel geduld en hondenkoeken jong, en dat komt helemaal goed.” lachen ze dan.

Thuis is Swenga een schatje. Ze slaapt in een bench. Overdag staat het deurtje gewoon open en ook dan gaat ze er graag een dutje doen. In huis is ze super rustig. Maar in de tuin is ze ‘mijn partner in crime’. Molshopen om uit te graven, dat vindt ze fantastisch. Kaartjes aan de planten, dat vindt ze niet mooi, die moeten eruit. Ze heeft gelijk hè. Misschien komt het er zo eens van om plannetjes te maken van waar ik al mijn planten gezet heb…

En wist je al dat ze een lief heeft? Een tweejarige chocoladekleurige labrador reu van onze buren. Hij komt regelmatig op bezoek en als de buren op weekend gaan, mag hij blijven slapen. Hoe die twee door de tuin kunnen dollen, niet te doen! Hij is een echte gentleman voor haar. Ze mag alles, zelfs in zijn nekvel hangen, hij verdraagt het allemaal. Maar hij kan haar serieus uitdagen! Gaat lopen met haar bal, horendol wordt ze ervan want ze kan hem niet vatten. Tot ze de interesse verliest, dan komt hij op zijn kousenvoeten de bal netjes bij haar leggen. Het spel tussen man en vrouw … zalig!

Toen was ze nog klein, wacht maar …

Man en vrouw op gelijke hoogte, zo hoort het … 😉

Wij zijn het klimaat

Zo was ik begonnen deze zomer. Ik vond het nog terug in mijn concepten:

Vakantie, dat is : tijd hebben om naar de bib te gaan en onder de notenboom te gaan liggen lezen…

Ik bracht het boekje ‘Wij zijn het klimaat Een brief aan iedereen’ mee. Opgetekend door Jeroen Olyslaegers van Anuna De Wever en Kyra Gantois. Ik vind die twee dames heldinnen! Ze worden door velen door het slijk gehaald en belachelijk gemaakt maar toch houden ze vol. Respect!

Ik bracht nog een ander boek mee : ‘Klimaatrelativisme’ van Johan Albrecht. Johan is doctor in de economische wetenschappen en publiceert vooral over milieu- en energievraagstukken. Ik heb diene mens nog gekend toen we pubers waren en naar dezelfde fuiven gingen.

Waarom ik deze twee boeken onder mijn notenboom wilde gaan lezen, was omdat ik graag wil begrijpen waarom zoveel mensen Anuna en Kyra aanvallen, hen niet geloven, hen belachelijk maken, …

En toen zat ik vast…

Het boek van Johan Albrecht heb ik niet uitgelezen. Al in het tweede hoofdstuk vond ik allerlei onwaarheden over windenergie. Hij geloofde niet in windmolenparken! Huh? Tot ik eens ging kijken wanneer het boek geschreven is. Tja, in 2007, helemaal achterhaald dus. Gelukkig staan we nu al veel verder.

En nu … zit ik nog steeds vast.

Wat ik voel over heel de klimaat- en milieukwestie kan ik nog steeds niet verwoord krijgen. Maar het ‘broebelt’ enorm vanbinnen. Ik word zo kwaad van alle plastiek die onze aardbol overspoelt. De regenwouden die platgebrand worden om palmolieplantages aan te leggen. En de multinationals die dat ondersteunen en terwijl ons, goedgelovige consument wijsmaken dat ze duurzaam bezig zijn. Onze regeringsleiders die maar blijven aanmodderen en maar niet kunnen beginnen terwijl de tijd zo dringt. Ik kan zo nog wel even verder gaan.

En als collega’s dan heel ostentatief hun plastieken bekertje voor mijn neus kapot duwen, in de vuilbak gooien en zeggen: “Ge kunt daar toch niks aan doen. Het is al te laat.”, dan word ik zó kwaad.

Als mijn toekomstige kleinkinderen later zouden vragen: “Wat heb jij eraan gedaan?”, dan wil ik wel iets kunnen antwoorden.

Nu bracht ik het boek ‘In het oog van de klimaatstorm’ van Jean-Pascal van Ypersele mee. Dat is tenminste een échte klimaatwetenschapper. Eens kijken wat hij schrijft …

Serre winterklaar maken

Het is er hier ver mee gedaan. Er hangen nochtans nog wel wat tomaten aan de struiken maar door de koude rijpen ze niet meer. In ‘Seizoenen’, ons Velt tijdschrift lees ik dat het rijpingsproces van tomaten stilvalt als de nacht kouder is dan 10° Celsius.

Tijd dus om ze te oogsten en de planten uit te trekken. Maar de deur van mijn serre wordt nog niet dichtgetrokken. Er staat nog sla, zoete puntpaprika, pepertjes en ik verwonder me erover dat de komkommers nog steeds groeien. Basilicum krijgt nog even het voordeel van de twijfel. En de Salvia apiana die ik dit voorjaar zaaide, staat daar zó te pronken.

Waar de tomaten stonden, daar kan ik de bodem wel al ‘soigneren’. Ik verwijder de mulch waarmee die heel het seizoen bedekt was. (om onkruid tegen en water vast te houden) Ik geef liters en liters water. En dan bedek ik de bodem met een laag zelfgemaakte compost.

Ik glimlach terwijl en denk terug aan Jackie, compostmeester en collega in onze Veltafdeling. Ze overleed plots en onverwacht deze zomer en liet ons verweesd achter. Ze zou me hier en nu onder mijn voeten geven. Oh, wat wou ik graag dat dat nog eens kon! Ik heb mijn compost niet gezeefd. En dat kon zij, perfectioniste, niet hebben. Voor mij, luie tuinier, is het allang goed. Mijn planten zullen wel naast die enkele onverteerde takjes groeien.

Het ‘zwarte goud’ ruikt in ieder geval heerlijk! Naar pure bosgrond. Ik snuif en geniet. Swenga ook, regelmatig komt ze haar neus in de kruiwagen steken. Mijn vriendinneke…

De laatste Gogosari paprika’s, enkele zoete aardappelen en tomaten gaan mee naar binnen.

De onrijpe tomaten ga ik proberen laten narijpen. In de garage, onder een krant met een appel erbij. De appel komt van de buurderij in Buggenhout. Bart de imker en Bart mijn collega van in het WZC zijn zo goed bezig daar! Met een berichtje haalden ze me uit mijn serre. Of ik vandaag nog kwam of ze mijn boodschappen morgen naar Tarra, de verpakkingsvrije winkel moesten doen? Want het was niet erg duidelijk, de website had kuren. “Ik kom af” stuurde ik terug.

Ik geniet terug. De twee jonge, enthousiaste kerels vertellen over wat hen bezighoudt, wat ze nog willen doen en of Velt wil meedoen. Ja jong, heel graag! Ik popel al om op onze volgende bestuursvergadering mijn Veltcollega’s mee enthousiast te maken.

Mijn eigen kleine serre, mijn Veltafdeling en nu de grotere buurt ook nog. Ik wil heel graag een schakel zijn om de klimaat- en milieuproblematiek aan te pakken. Ik weet wel dat ik de grote wereld niet kan verbeteren. Maar ik wil wel een druppeltje op de hete plaat zijn. En er zijn zo al veel druppeltjes! En die vinden elkaar!

Wat gaat daar van komen???

Partner in crime

Ik moet iets bekennen! Ik heb sinds dit voorjaar tot nu vele misdrijven op mijn geweten. Moorden, duizenden moorden heb ik gepleegd!

’s Nachts, al sluipend door de tuin, met een pillamp op mijn hoofd en een schaar in mijn handen! Duizenden naaktslakken, minstens 200 per nacht heb ik zonder wroeging gewoon doormidden geknipt!

Ik las het graag: verschillende ecotuiniers die jubelden omdat ze, dankzij de voorbije droge zomer dachten ze, geen naaktslakken vonden in hun tuin. Ha nee, natuurlijk niet! Ze zaten allemaal bij mij!

Komt het omdat we al twee jaar geen loopeenden meer hebben? En omdat de zijdehoentjes voorbije winter niet in de tuin gescharreld hebben maar in de kippenren bleven? In ieder geval was het evenwicht dit jaar helemaal zoek. Jonge plantjes werden ’s nachts helemaal opgevreten, coleirig werd ik ervan. 😉

Eén voordeel was er wel aan al die slakken: er kwamen ook veel egeltjes in de tuin. Op onze nachtelijke strooptochten kwamen mijn puppy en ik ze regelmatig tegen. Eigenlijk wel grappig hoe ze blazen zoals een kat als Swenga eens wil snuffelen aan hen.

Vorige maand kwam ik er zelfs eentje overdag tegen. Dé kans om eens te filmen…

Slakkenvanger, scharrelend in de tuin

Deze winter mogen de zijdehoentjes terug in de tuin lopen. Of misschien verwelkomen we nog eens een koppeltje Indische loopeenden. En dan ben ik eens benieuwd hoe het evenwicht volgend jaar zal zijn. Ik zou natuurlijk ook slakkenkorrels kunnen strooien (Escar Go van Ecostyle is niet zo schadelijk) maar ik tuinier liever zonder…

Want … zonder is gezonder!