Poppies

Nee, er heeft hier geen oorlog gewoed zoals in ’14-’18. Maar door de vreselijk droge zomer van vorig jaar en de flink uit de kluiten gewassen knotwilgen die met al het water gingen lopen, zijn achteraan in de tuin veel planten kapot gegaan.

Hoog tijd dus om dit stukje tuin eens opnieuw aan te pakken. Net zoals tijdens de oorlog werd de bodem flink verstoord. Nu niet door bommen maar wel door mijn ‘schup’. De zieke planten werden uitgestoken. En ik voerde grond uit de serre en veel compost aan.

Ik plantte droogteresistente planten aan. Zij die in de winter niet van natte voeten houden, zette ik wat hoger. Bedoeling was vooraan iets laag te zetten. Maar ik kon niet kiezen wat ik zou zetten en liet er wat tijd over gaan.

En toen stonden ze er ineens. Papaver somniferum en Papaver rhoeas. Zaden daarvan kunnen tientallen jaren in de bodem blijven zitten. Ze ontkiemen als de grond wordt omgewoeld.

De structuur van dat stukje tuin klopt nu natuurlijk niet meer. De papavers staan vooraan heel hoog en de plantjes daarachter zie je daardoor niet. Maar dat trek ik me toch niet aan. Het is daar een feest voor bijen en andere insecten.

Soms moeten we de ideeën die in ons hoofd zitten, eens kunnen loslaten he?

Nabeschouwing Velt Ecotuindag 2023

Wat gaat het snel! Eigenlijk is 4 juni al 10 dagen voorbij maar ik geniet nog na. Die ochtend vlogen mijn ogen om 06 uur al open. Da’s echt niet normaal voor een nachtraaf als ik. Voordeel was dat ik rustig kon wakker worden en ontbijten.

Om 08 uur kwamen de eerste helpers den hof op. Toen Karen uitriep dat mijn papa er ook al was, schrok ik me een hoedje. Ze bedoelde gelukkig mijn ‘Veltpapa’ Frans De Smedt. De tenten werden opgebouwd, het Oxfam-café ingericht en Lies probeerde een systeem te vinden in de overvloed van plantjes die we gingen verkopen. Iedereen had zo ijverig gezaaid en gestekt dat we meer dan 400 planten hadden. Gewoon 1 € per plantje dan? Dat was het makkelijkst en bedoeling was toch vooral om mensen te ‘besmetten’ met groen genot. We verkochten er 300.

Er werden 288 bezoekers geteld. Maar op drukke momenten kwamen de mensen langs de twee poorten tegelijk. En dan is tellen moeilijk. We schatten dat het er meer dan 300 waren.

De avond ervoor hadden de mannen van Natuurpunt een nachtvlinderval opgezet. Naast heel wat toffe motten, zaten er zelfs nog meikevers in. Ze hadden ook een aquarium bij dat we vulden met water en beestjes uit de vijver. En ze hingen feromoonvallen op. Met determinatiekaarten en de ‘Obsidentify’ app werden de diertjes op naam gebracht. Alles werd op het einde van de dag natuurlijk terug vrijgelaten in de tuin. Ikzelf heb spijtig genoeg hun safari’s niet kunnen volgen.

Karen van Ortiga had een plaatsje onder de bomen uitgekozen. Daar liet ze de bezoekers zelf een anti-insecten rollertje maken op basis van etherische oliën.

Ook de Londerzeelse Tuinrangers waren aanwezig met een standje.

Na mijn rondleidingen doorheen de tuin, waren velen nog niet voldaan. Ze kwamen me ‘de pieren uit de neus’ vragen. Heel tof en gezellig! Jullie waren een zalig en lief publiek!

Dat jullie goed gedronken hebben, vonden de vrijwilligers van Oxfam heel tof. En ik vond het vooral gezellig dat er rond de middag spontaan picknickdekentjes verschenen.

En dan heb je natuurlijk ook nog bloggers die nooit om een geintje verlegen zitten. Vief, ik vond jouw (b)engeltje heel subtiel naast de serre, maar de dag erna. Menck daarentegen, die was veel gezwinder. Plotsklaps kreeg ik 3 varkens met een grote roze strik errond in de armen geduwd.

Ik had RingTV uitgenodigd maar die zijn niet gekomen. ’s Avonds verscheen er wel een artikel op VRTnws: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/06/03/tuinranger-hilde/

Mijn passie voor natuur en de tuin mogen delen, ik had er deugd van!

foto’s: Bjorn Weynants

Dagboek van een Tuinranger (4)

Nu ben ik er echt ene! Vorige maand werd onze opleiding afgerond met een bijeenkomst in het begijnhof van Diest. We kregen de laatste praktische tips, konden kennismaken met nieuwe tuinrangers van andere gemeenten en met de mensen van de vrijwilligerswerking. We merkten al direct dat Elisa, onze vrijwilligersverantwoordelijke, een joviale, goedlachse madam is. Ik kreeg al enkele toffe mailtjes van haar. De contacten met zo’n mensen maken dat je van vrijwilligerswerk zoveel voldoening krijgt.

De eerste 12 tuinen die we in Londerzeel bezoeken, gaan we met twee doen. Dan staan we wat sterker he ;). Mijn eerste tuinbezoek deed ik samen met Annick. Gisteren hielp ik Erna. De week erna helpt Rita mij en help ik Martine met een tuin. Ik ging ook al mee ‘als stagiaire’ met Kristien uit Asse. Zij heeft al meer dan 100 tuinen gedaan. Dus daar heb ik wel wat van geleerd.

Dat eerste tuinbezoek is enorm goed meegevallen. Een hele lieve jonge mevrouw die al direct toegaf dat ze geen groene vingers heeft maar wel enorm om de natuur geeft.

Ze had zich in de luren laten leggen door de tuinaannemer. Die had haar terras behandeld met gif tegen ‘onkruid’. De middelen die nu gebruikt worden, kunnen geen kwaad meer, had hij gezegd. Dat is spijtig genoeg niet juist. Het kankerverwekkende glyfosaat zal wel vervangen zijn door pelargonzuur. Maar dat is even giftig voor bodemorganismen en waterleven. Op de verpakking staat dat je minstens 10 meter verwijderd moet blijven van oppervlaktewater. En dat kan niet op een terras of oprit met een afvoer naar de riool. Daarbij werkt het niet echt. Alleen de bovengrondse delen van de plant worden aangetast. Dus na een maand staat het er terug. Ze heeft veel geld betaald voor niks. Wij adviseerden het onkruid tussen haar tegels te lijf te gaan met een grastrimmertje of een scheut heet water.

Wat hebben we nog verteld?

Dat je mos tussen de tegels op de oprit zelfs in gerenommeerde Engelse tuintijdschriften ziet. Dat het tussen onze oren zit, dat het weg moet. Mos is een echte luchtzuiveraar. Dus in onze living moeten we stofzuigen maar buiten niet. Zij was vooral bang dat ‘de mensen’ haar vuil zouden vinden. Dus dat de Tuinrangers haar zeiden dat het voor de natuur beter is, vond ze eigenlijk wel tof.

Dat je met een metserskuip ingegraven in de grond en waterplanten erin kikkers en salamanders kan aantrekken.

Dat bosaardbeitjes lekkere en makkelijke bodembedekkers zijn in dat stukje tuin waar ze geen weg mee weet.

Dat ze in dat moeilijk hoekje tegen de muur biobloembollen in de grond kan steken en tuingeraniums kan zetten.

We gaven haar zaadjes van inheemse bloemen, nuttig voor bijen. Want het carnavalsmengsel dat ze voor hen gezaaid had, daar zijn ze eigenlijk niet veel mee. Volgend jaar gaat ze onze bloemen zaaien. En ook de Margrietenzaadjes die we haar gaven, gaat ze gebruiken en uitdelen.

Dat ze heel goed bezig is in haar gazon. De kinderen voetballen er. Maar de mol mag er wroeten. Ze trekt de molshopen gewoon open. Daardoor kunnen madeliefjes en andere kruiden kiemen en krijgt ze een kruidenrijk gazon.

Dat in het gaatje in de muur waar steeds een bijtje naartoe ging, nu baby’tjes zitten die volgend voorjaar zullen uitkomen. Dat eerst de mannetjes zullen komen die de vrouwtjes zullen opwachten. Dat de Franse veldwesp die we tegenkwamen, niet naar limonade komt. En de groene schildwants die ineens op tafel landde en we in een loeppotje staken zodat ze haar kon bekijken, daar werd ze zowaar emotioneel van.

Of ons tuinbezoek positief was? Ik denk het wel. Vooral omdat ze op een bepaald moment uitriep: “Amai, het is hier precies mijn verjaardag vandaag!” Daar doet een mens het voor he?

De andere bezoeken deze week waren ook allemaal zo positief. En Kristien uit Asse stuurde ons allerlei informatie over inheemse planten door. Zij maakte daarmee een map, aangevuld met foto’s uit haar tuin. Dat wil ik deze winter ook maken. Als je foto’s kan tonen aan de mensen, dat spreekt meer aan.

Ik doe het echt graag: vertellen over de tuin, mensen tips geven om meer natuur te verwelkomen en zo onze gemeente een beetje mooier maken.

(Foto’s zijn van Bjorn Weynants tijdens onze Ecotuindag ’23)