Nog eens in de boekskes

Dat ben ik hier vergeten te vertellen he. Eind vorig jaar kreeg ik ineens telefoon van onze plaatselijke journalist. Of hij eens een interview mocht komen doen voor Publideluxe.

Het was aan zijn oren gekomen dat ik Tuinranger voor Londerzeel geworden was en daar wou hij wel eens het fijne over weten. Al fluitend kwam hij den hof op. ‘Doef’ (dat is zijn bijnaam) fluit altijd. Zo hoor je dat ‘de pers’ eraan komt.

Publi nieuws is een lokaal krantje gezeteld in Puurs. De familie Baeté heeft een jarenlange traditie (vanaf 1860) in het brengen van regionale berichtgeving. Hun opvolgers, de familie Cools-Mertens (1972), hebben deze weg verdergezet. Met de Publi brengen zij nieuws over lokale ondernemers en verenigingen. Publideluxe is het chiquere broertje en verschijnt 4 keer per jaar. Het wordt verspreid op 60 190 exemplaren.

Ik vond het echt tof dat ze iets wilden brengen over de Tuinrangers. Laat de aanvragen voor tuinbezoeken nu maar binnenstromen. We zijn er klaar voor.

Lijm in Blogland laat los

Maar velen zijn het er niet mee eens. En ik ook niet …

Ik ben zelf beginnen schrijven op mijn virtueel erf in november 2015. Wist ik toen veel dat Blogland zo’n warme omgeving is. Ik kreeg al snel verschillende volgers en dus ging ik bij hen ook lezen wat zij allemaal beleefden. Commentaren op elkaar waren (en zijn) dikwijls hilarisch maar ook heel warm en steeds respectvol.

In 2019 heb ik de eerste keer enkele blogvriendinnen ontmoet. Vief (toen Eilish) had zichzelf voor haar 50ste verjaardag een blogdate cadeau gedaan. Hebben we daarvan genoten! Honderduit babbelen over vanalles. En zo leerde ik Thomas Pannenkoek kennen.

Thomas Pannenkoek heet eigenlijk Paul en blogt vanuit Brugge. Koolkerke eigenlijk, een dorp waar ik tot dan toe nog nooit van gehoord had. Hij is zot van zijn lieve echtgenote R. en werkte tot enkele jaren geleden bij de bank. Hij zegt van zichzelf dat hij een simpele ziel is en hij vertelt over zijn leven, zijn reizen, de liefde voor zijn vrouw. Zijn humor is fenomenaal. Bij elk logje tovert hij bij zijn lezers een glimlach tevoorschijn. Maar ik heb ook al dikwijls gegierd van ’t lachen. Zijn handelsmerk? Heel gewoon ontlasting en gasexplosies. Gênante momenten daarrond, hij beschrijft ze met gemak.

Maar nu heeft hij een zeldzame vorm van MS. Al enkele jaren gaat hij achteruit en wij leven allemaal mee. De onderzoeken, de behandelingen die niet aanslaan, het niet meer kunnen stappen, zelfs het typen dat moeilijk wordt.

En toen, enkele dagen geleden kwam er dit: https://thomaspannenkoek.wordpress.com/2023/12/28/adieu-2023/. Ik was er niet goed van. Paul had de reacties uitgezet dus we konden niet reageren op zijn schrijfsel. Moest ik respecteren, vond ik. Deze morgen las ik dan dit van Rob: https://robalberts.wordpress.com/2024/01/02/voor-de-terugkeer-van-thomas-jeffersonpancake/. En hij heeft dit geschreven als reactie op een of ander groen monster: https://happyhulk2018.wordpress.com/2023/12/30/hulp-gevraagd/. Hartverwarmend toch he? Ik ben die Hulk prompt beginnen volgen. Tja, Thomas Pannenkoek is de lijm in Blogland he. En ik vind ook dat hij moet blijven.

Ondertussen heeft hij beloofd dat zijn weblog slapend blijft voortbestaan. En “wie weet krijg ik op een dag ‘last’ van slaapwandelen en post mijn geest nog eens een postje”, typte hij als reactie op mijn commentaar. Helemaal goed vind ik dat. Als het niet lukt om inspiratie te vinden, moet hij zich niet verplicht voelen om te schrijven. Maar hij hoort er wel bij en het contact met hem mag niet verloren gaan, vind ik.

Paul, ik wens jou voor 2024 heel warme momenten met je lieve R. en jullie gezin. En af en toe eens slaapwandelen want je blogvrienden zien je heel graag. Het kan toch niet zijn dat dit je laatste zin is op het wereldwijde web: Als je een scheet moet laten, laat die vooral vliegen! ?!

Laureaat van verdienste

Als jullie zich afvragen hoe je hier terecht gekomen bent, (dat vroegen we ons inderdaad af), we hebben via het informatieblad aan de burgers gevraagd om speciale personen te nomineren. Dat kwam wel effe binnen.

Daar zaten we dan vrijdagavond, Karen en ik, genomineerd als laureaat van verdienste 2022 voor de gemeente Londerzeel omdat we ‘Onze Aarde Vieren‘ geschreven hebben. Naast Bert Brugghemans, overheidsmanager van het jaar 2021, de Vaandeldragers van Londerzeel, twee andere schrijvers en de broers die Gin 1840 stookten, mochten we lovende woorden ontvangen van de burgemeester en schepenen van onze gemeente.

We kregen ook letterlijk een pluim, zelf ontworpen en gemaakt in Londerlab met gerecycleerde materialen. Ik vind het een prachtige trofee en ben er super blij mee.

Ook een prachtig boeket bloemen kregen we. Maar …

Eind juni was de uitnodiging gekomen. Er zat ook een persoonlijke vragenlijst bij waarin we wat meer over onszelf moesten vertellen. De lieve wederhelft was me aan het plagen: “Ge gaat heel waarschijnlijk ‘vergifbloemen’ krijgen. Hoe ga je dat nu oplossen?”

Iedereen die me een beetje kent, weet dat ik echt niet graag een boeket bloemen uit de gangbare teelt krijg. Die zitten vol pesticidenresidu’s (lees zeker dit eens) en ik zet dat dus niet graag in huis. En zeker niet op het terras want dan vergiftig ik de bijen die er zouden op af komen. En waar moet je daarmee naartoe als ze uitgebloeid zijn? Op mijn composthoop wil ik dat vergif niet gooien. Eigenlijk moeten die naar het recyclagepark, bij het KGA (klein gevaarlijk afval).

Mensen die me doorgronden, geven dus gelukkig geen bloemen meer. Ik kan oeverloos gelukkig worden als ze in plaats daarvan afkomen met een vogelhuisje of insectenhotelletje. Dit voorjaar kreeg ik zelfs van vrienden plantpatatten en zaden ipv bloemen. Origineel, warm en hilarisch is dat toch he? Ondertussen zijn er zelfs enorm veel mogelijkheden om ecologisch geteelde bloemen te kopen. Zelfs in onze eigen gemeente.

Maar de lieve wederhelft kon wel eens gelijk hebben: de gemeente kent me niet dus die ‘vergifbloemen’ zouden wel eens mijn deel kunnen worden. Daarom deed ik in de vragenlijst nog een kleine toevoeging:

1.       Hieronder kan u vrij nog enkele persoonlijke toevoegingen doen.
We vinden het super tof dat we gaan ‘in de bloemetjes gezet worden’. Cfr: https://www.hln.be/londerzeel/inhaalbeweging-viering-laureaten-verdienste-van-het-jaar~a8bf4de4/
Toch willen we, als ‘ambassadeurs’ van klimaat en milieu, hier graag een kanttekening bij zetten. Wij hopen dat jullie bij het selecteren van de attenties rekening houden met het duurzame en ecologisch karakter ervan, bloemen uit de gangbare teelt bevatten immers massa’s pesticiden.
Wij zijn zeer vereerd en totaal verrast dat we als Laureaat van verdienste 2022 verkozen zijn! Veel dank aan gemeente Londerzeel hiervoor!

Maar ze hebben het niet goed gelezen.

Een gekregen paard mag je echter niet in de bek kijken. Ik heb het ‘vergiftigd geschenk’ dus aangenomen. Vandaag voelt de dag van gisteren dubbel. Ik ben echt heel dankbaar voor de erkenning. Maar ergens ben ik ook verdrietig. Er is nog heel veel werk om het tij te keren en mensen te doen inzien dat het niet normaal is dat we pesticidencocktails als geschenk aan elkaar geven. Heb jij daar eigenlijk al bij stilgestaan?

Seniorenuitstapje

Heel voorzichtig en op haar kousenvoeten stuurde de seniorenconsulente van de flatjes naast ons woonzorgcentrum een berichtje. Elk jaar doen ze in de zomer een uitstap: gaan bowlen, naar de cinema, gaan wandelen, … “Je hoort me misschien al afkomen?” schreef ze. “Is er eventueel een mogelijkheid dat ik in de namiddag met mijn bewoners eens naar uw mooie tuin kom kijken?”

Dat zag ik wel zitten. Er waren al kleutertjes in de tuin geweest. En nu senioren, dat was weer iets helemaal anders. We spraken af dat ze op 1 augustus gingen komen. Ik ging een tuinsapje aanbieden, een rondleiding geven en ijsjes halen bij de plaatselijke ijsboer. Maar op 1 augustus regende het pijpenstelen.

Gelukkig was het deze week wel prachtig weer. Door de grote tuinpoort kwamen een 15-tal bewoners en enkele vrijwilligers binnen. Mooie tuinhoeden, fleurige jurkjes, enkele rollators en een rolstoel, de sfeer was meteen gezet. Zo’n dames en heren moest ik natuurlijk in stijl ontvangen. Ze kregen een homemade ice-tea van Rozebottel en kruisbessensiroop. Niet in bekertjes natuurlijk, maar in mijn ‘mooiste’ glazen. 😉

De jongste vrijwilliger was het lachebekje van de hoop. Hij draaide de bewoners rond zijn vinger. “Ik ben jouw BFF” zei hij tegen een dametje. Waarop zij hem lachend aankeek en hij repliceerde: “ha ja he, uw Buggenhoutse Fliere Fluiter!”

De woonassistente had gevraagd of ik wat beschutting / parasols voor de zon had om onder te zitten. Dat ik iets veel beter had: een echt natuurlijk aircosysteem, had ik geantwoord. De bewoners beaamden het. Onder onze notenboom met de voeten in het gras was het veel beter vertoeven dan onder een warme parasol.

De kippen werden gekeurd. Vooral de tamme zijdehoentjes vonden ze tof. Tijdens de rondleiding vroegen ze de pieren uit mijn neus. Vooral de appelboompjes die ik zonder vergif teel, dat begrepen ze niet. Dat kon toch niet?! In een biodiverse tuin kan dat wel, antwoordde ik. Alle dieren helpen hier om plagen onder controle te houden.

Vol verwondering luisterden ze naar het verhaal over de compost.

En naar de schapenwol in de serre stonden ze met open mond te kijken.

Eén meneer vond mijn bloemenweide een vuile hoek. Senioren zijn even rechtuit als kleuters. Ik legde hem uit dat ik normaal in augustus maai. Maar dat ik het nu speciaal voor hen laten staan had zodat ze konden zien hoe de structuur was. Dat de bloemen inderdaad bijna allemaal weg waren maar dat het in de zomer heel mooi was. “En toch is het vuil” hield hij koppig vol. Schattig he? 🙂

In de zwemvijver wilden ze niet springen want ze konden niet zwemmen. Liever een ijsje eten terug onder de boom.

Ik denk dat de dames en heren zich wel geamuseerd hebben. 10/10 voor de woonassistente! Ze heeft er een originele uitstap van gemaakt.

Maai mei … slim

Met zijn blitse wagen kwam hij afgereden, parkeerde zich en draaide duwde zijn venstertje naar beneden. “Hela, hela!” riep hij, “het is wel maai mei niet hè!” Vrolijk liep ik verder achter de grasmachine, zwaaide eens naar hem en riep lachend: “Het is maai mei slim!”

Ik weet dat hij hier komt lezen en niets zal begrepen hebben van mijn betoog dat probeerde boven het grasmaaier-geronk uit te komen. Daarom hier mijn uitleg.

Ik vind de actie ‘Maai mei niet’ super! Een eye-opener van formaat die ervoor zorgt dat iedereen hoort hoe we onze biodiversiteit kunnen helpen. Het is heel laagdrempelig en laat mensen die niet zo met natuur bezig zijn, ook eens kennismaken met het leven dat er komt als je het gras niet steeds millimetert.

Voor wie nog steeds twijfelt, ook na ‘maai mei niet’ kan je het gras terug onder bedwang krijgen. Grasmaaier op de hoogste stand zetten en eventueel zelfs enkel op de achterste wielen rijden. Daarna ga je er nog eens gewoon over en klaar is kees. Alles is terug netjes.

Maar ik was in de maand mei juist wél aan ’t maaien in het weitje rechtover ons. Dat zit zo:

Dat weitje werd onderhouden door iemand van de gemeente. Hij maaide het twee keer per jaar en liet het maaisel gewoon liggen. Grasmaaisel, da’s voedsel voor de bodem. Daardoor is het een zeer vette wei met veel brandnetel en sterk gras, zoals gestreepte witbol, geworden. Bloemen kregen er geen kans.

Wij mochten van de eigenaars tijdens de aanleg van onze zwemvijver, de grond die eruit kwam er tijdelijk op parkeren. En op 4 juni tijdens de Ecotuindag op 4 juni mogen we ons tentje van Velt erop zetten. In ruil daarvoor onderhoud ik het nu een beetje. Ik zou er heel graag een bloemenweide van maken. Ik kreeg er al wat boterbloemen, smeerwortel, knoopkruid, rolklaver, witte dovenetel, wilde kaardebol in maar er staat ook nog steeds zeer veel vet gras. En dat gras moet je juist temmen door te maaien in mei én het grasmaaisel af te voeren. Dan kan het geen zaad zetten en put het uit.

Ik maaide wel niet alles af. Daar waar meer bloemen dan gras stonden, reed ik rond. Een buurvrouw die passeerde, zei: “Je bent zo’n mooie perkjes aan ’t maken.” In augustus en oktober zal ik nog eens maaien en direct afvoeren. Dit beleid zal ik waarschijnlijk enkele jaren moeten aanhouden tot het vette gras wat uitgeput is. Dan kunnen zaden van bloemen die ongetwijfeld in de zadenbank van het weitje zitten, ontkiemen. Dan zal ik zoals in onze bloemenweide niet meer moeten maaien in mei. Wist je dat langs de A12 waar het gras al decennialang zo beheerd wordt, zeldzame orchideeën staan? Boeiend toch hè?

Hoe krijgt een 16-jarige haar zin?

Stel je voor, je bent 16 en je wil wat: weeral een jas. En je weet zeker dat je van je ‘duurzaam denkende moeder’ ze niet zal krijgen. Dan moet je creatief zijn hè.

Drie weken geleden trokken Antje en Jitske naar Antwerpen. Ze houden ervan om te snuisteren in tweedehands kledingwinkels en hebben echt een neus voor toffe spulletjes. Deze keer hadden ze een ‘keimooie’ jas gevonden. Maar geen van beiden had nog genoeg geld op haar rekening om ze te kopen.

Wat hebben ze dan gedaan? Hun centen bij elkaar gelegd en de jas samen gekocht. Het is nu een ‘deel-jas’. Wij hebben zalig gelachen met zoveel creativiteit. De eerste week bleef de jas bij Antje. Op zaterdagavond gingen ze wisselen en zo hebben ze nu een soort van co-ouderschap over de jas.

De eerste zaterdagse ‘overdracht’ was er al eentje met obstakels. Antje moest vertrekken naar de fuif die ze met haar Chirogroep organiseerde. Maar Jitske was nog niet thuis. Geen probleem, wij hadden vrienden op bezoek en gingen de jas wel overhandigen. Zoals afgesproken ging rond achten de deurbel maar daar stond Dauke in plaats van Jitske. Zij kwam de jas halen. De lieve wederhelft zei wat lacherig: “Ik hoop dat ik de jas nu aan de juiste persoon meegegeven heb hè.” Waarop één van de vrienden opperde: “Ze hebben hem misschien voor een avond verhuurd?” Hilariteit alom!

En wat denkt ge? Een uur daarna ging de deurbel weer. De lieve wederhelft ging terug opendoen en wij zagen van aan de livingtafel dat Jitske aan de deur stond. Oh nee! Toch de jas aan iemand verkeerd meegegeven?

Dus ging ik ook even kijken. Jitske had de jas aan, naast haar stond Dauke en nog een vriendin die we niet kennen. Jaja, alles was in orde hoor. Maar of ze mijn zonnebril niet mochten meenemen voor Antje? Want zij gingen ook vertrekken naar de fuif en Antje die er al hard aan ’t werken was, was die vergeten. “Aha, voor haar imago zeker?” knipoogde ik. De meisjes grinnikten om zo’n begripvolle moeder.

Ik zeg het u! Pubers in huis, da’s steeds avontuur en plezier. En wij genieten mee!

PS: Loes haar blogbericht deed me eraan denken om dit waargebeurd verhaal te delen.

De ecologische zwemvijver (3)

Heel lang voor gespaard en jaren en jaren naar uitgekeken. Dit is de eerste zomer van de zwemvijver hier.

Geen chloor zoals in een zwembad. Het water wordt zuiver gehouden dankzij een plantenfilter. Daardoor heb je ook ‘randbeleving’ en geef je kansen aan de natuur. Wij hebben er hier een ‘home cinema’ van gemaakt. Je vindt ons dikwijls naast het water waar we al dat leven observeren en genieten van de capriolen van al die beestjes.

Naast het zwemgedeelte en de filter van de vijver wilden we ook een amfibieënpoel met stilstaand water. Hier krioelt het van het leven. Libellen komen er hun eitjes leggen. Da’s echt zalig om te zien! Bootsmannetjes roeien heen en weer. Schaatsenrijders wandelen over het water. Een geelgerande watertor laat zich af en toe zien. Mini salamandertjes schieten vlug onder de planten als ik te dichtbij kom. Er wonen nu zelfs twee groene kikkers. Froggy was de eerste. Ze is niet zo groot en ze heeft mooie bruine billetjes waarmee ze graag in de zon ligt. In de ingegraven metserskuip met waterplanten aan de andere kant van het terras zat enkele weken daarna Kermit. Hij is wat groter en heeft groene billetjes. We ontdekten hem toen hij op een avond ineens begon te kwaken en Froggy vanuit de vijver antwoordde. Een ontluikende romance waar wij getuigen van waren, spannend hoor! Ondertussen zijn de twee gaan samenwonen in de vijver.

Zelf hebben we ook al veel gezwommen, de eerste keer op paasmaandag. Er is nochtans geen verwarming geïnstalleerd. De combinatie van een zwarte folie en de zon is voldoende. Het water is zalig zacht en ruikt heerlijk.

Dinsdag ben ik na een zwoele nacht in het woonzorgcentrum en een warme middag in mijn bed, van mijn pyjama in mijn bikini recht de vijver ingedoken. Relaxed dobberde ik op mijn rug in het water. Alleen mijn neus kwam boven en af en toe bewoog ik eens sloom om niet kopje onder te gaan. De blauwe lucht sidderde van de hitte, het was 40°C en het was toen dat Menck een ei gebakken heeft op zijn terrastegels. Het water in de vijver was zalig lauw, puur genieten was dat.

Vanuit het water zag ik ineens dat de Zwanebloem in de amfibieënpoel twee bloeistengels gekregen had. Stilletjes zei ik vol bewondering “wauw” zodat de twee zonen nieuwsgierig kwamen aangelopen. “Moeder toch!” grinnikten ze toen ze zagen dat het ‘maar’ over een bloem ging. Ze doken met veel misbaar net naast mij in het water. Gedaan met de rust … 😉

Bloggodinnen

Dit kind mocht gisteren nog eens buiten en dat zullen ze geweten hebben. 🙂

Op een ontiegelijk vroeg uur voor een zondagochtend stapte ik naar het station. Een beetje later deed Heidi in Wetteren hetzelfde. We waren uitgenodigd door Vief in Kortrijk. We gingen Menck bezoeken, die van opentuindag deed in Ichtegem. Zijn vrouwtje Katrien stelde terwijl haar keramiek tentoon. De sfeer zat er al direct goed in. Meisjes van 50 lachen graag hè. Vanop de trein stuurde ik Heidi een berichtje dat ik even aan de deur zou komen wuiven zodat ze wist in welke wagon ze moest instappen. “Roep dan eens hè, want ik zie niet goed meer.” stuurde ze laconiek terug. Van de dame met rugzak aan de andere kant van het gangpad kreeg ik een strenge blik omdat ik zo zat te gniffelen.

In Kortrijk kregen we een stadsrondleiding van Vief en gingen we eten in het project waar zij vrijwilliger is. We ontdekten dat niemand van ons Menck eigenlijk al in ’t echt gezien had, ook al volgen we hem al jaren. Dat is zo leuk aan bloggen: het is een wereld waarin je elkaar toch wel zeer goed leert kennen dus als je dan eens écht bij elkaar komt, is dat wel spannend.

Vief kreeg ineens een ondeugend idee toen we een rommelmarktje passeerden: “Als we nu eens voor Menck een tuinkabouter meedoen, en we zetten die stiekem in zijn tuin?” Heidi en ik snapten direct wat ze bedoelde, Menck heeft een bloedhekel aan kitscherige tuinkabouters. Dus hem zo eens plagen en dan afwachten wat zijn reactie zou zijn, dat leek ons wel leuk.

We vonden geen kabouter maar wel een lelijke, kitscherige egel. Een strikje errond doen en een ondeugend kaartje leverde al de helft van het plezier.

De tuin van Menck was prachtig! Een echte verzameltuin maar toch een oase van rust. Ook Tiny kwamen we er tegen. Vief en Tiny genoten vooral van het zen-gevoel in de tuin. Heidi en ik waren als kinderen in een snoepwinkel: “Kijk wat een mooie Salvia! Wat voor een Persicaria zou dat zijn?!” We haalden Menck de pieren uit zijn neus.

De werken van Katrien waren magnifiek mooi! Enkele vaasjes om bloemen uit de tuin in te zetten, kon ik echt niet laten staan.

’s Avonds was het plezier nog niet gedaan. Dan was het spannend afwachten of en wanneer Menck ons ‘cadeautje’ zou vinden. En toen werden we op Facebook ineens ‘bloggodinnen’ genoemd. Hij had het gevonden op zijn egelhuis en vond het grandioos. De dag was meer dan geslaagd!

Lievesgarden

Moet ge nu es weten waar ik geweest ben?! Ha nee, ja, ge weet het al, van in de titel. 😉

Al jaren volg ik Lieve haar prachtige tuinblog en was super benieuwd naar haar tuin. Maar op de vraag of die ook te bezoeken was, antwoordde ze dat ze omwille van haar leeftijd geen opentuindagen meer deed.

Maar toen was er de oorlog in Oekraïne die Lieve en haar man Herman enorm naar de keel greep. Ze dachten eraan vluchtelingen in hun huis op te vangen. Maar door hun 81-jarige leeftijd lieten ze dat idee toch maar varen. Toch wilden ze iets doen en besloten dan hun tuinpoorten nog eens open te zetten en hun passie te delen met het grote publiek.

Lievesgarden is een romantische cottagetuin met 17 verschillende borders en tuinkamers. De tuin is 20 are groot en de eigenaars hebben hem volledig zelf ontworpen. De serre en een biologische moestuin is het paradepaardje van Herman. Lieve heeft hem daarvan wel een stukje ontfutseld en er een grassen- en prairieborder van gemaakt. Lievesgarden is een echte ‘verzameltuin’: meer dan 560 verschillende vaste planten, 130 verschillende heesters, 40 verschillende variëteiten rozen en enkele eenjarigen. De waterpartijen vond ik heel gezellig. En de secret garden zou ik zonder Lieve haar hulp nooit gevonden hebben. In de verschillende tuinkamers vind je gezellige zithoekjes en vlinders, hommels, bijen, kikkers, salamanders en egels voelen zich er helemaal thuis.

Ik vond het zo tof om Lieve eindelijk eens in ’t echt te zien. Hoe ze kan praten over haar planten, ze is zo’n gepassioneerde dame. Ook jongste dochter was in de tuin aanwezig met een tentoonstelling van haar abstracte schilderijen. Her en der vonden we een mooi tuinornament of een bloemschikkunstwerkje.

De inkom van 2,5 € gaat integraal naar het Consortium 12-12 voor Oekraïne. Lieve verkoopt ook zelfgekweekte planten voor het goede doel. Ge kunt u voorstellen dat ik daar dus zonder schuldgevoelens mijn koopdrang toeliet.

Lievesgarden in de Bosstraat 68 b in 1742 Sint-Katherina-Lombeek is nog open op 10 en 31 juli, 14 en 28 augustus en 11 september van 14 tot 17 uur. Ik ga zeker nog eens terug want Lieve heeft me nog plantjes beloofd. 😉

Home cinema

Aan de vijver, naast het tuinhuis, waar niemand ons ziet zitten, hebben we twee gemakkelijke stoelen geplaatst.

Na het middagmaal, voordat de lieve wederhelft terug naar kantoor vertrekt, gaan we daar steeds even zitten. Hij met een tas koffie, ik met een theetje. En dan kijken we naar alles wat er op en rond het water gebeurt.

We voelen ons zoals toeristen op safari, in onze eigen tuin. Zo konden we al vijf soorten libellen/waterjuffers determineren.

Vuurjuffer, de eerste libel die bij onze nieuwe vijver verscheen.
Azuurwaterjuffers, een koppeltje dat zich van ons gluren niks aantrok
Lantaarntje. De foto is serieus mislukt maar je ziet wel duidelijk het ‘lantaarntje’ dat ze achteraan meedraagt.
Weidebeekjuffer. Heel mooi als ze rondvliegt zoals een vlinder.
Adellijk bezoek: de Grote Keizerlibel. Groot en brommend, af en toe even gaan zitten terwijl ze haar legboor in het water doopt. Hopelijk heeft ze veel eitjes gelegd.

Gisteren kwam ik net met een grote bloemkool uit de moestuin toen dochter riep: “Moeke, er is volk!” Het tuinpoortje zwaaide open en Moniek en Frans, ‘mijn Veltouders’ stapten binnen. Wat een leuke verrassing! Ze hadden geen tijd om binnen te komen, maar een rondleiding in de tuin, dat zagen ze wel zitten. Na veel oh’s en ah’s zei ik dat ik volgend jaar graag terug eens zou meedoen met de Ecotuindagen van Velt. “Dan gaat ge nog eens moeten komen controleren of mijn tuin wel ecologisch genoeg is he”, grapte ik tegen Frans.

De pretlichtjes in zijn ogen verraadden dat hij een uitspraak ging doen en hij begon te vertellen. “Vroeger hebben wij veel tuinbezoeken gedaan. Zelfs tot in het buitenland en bij bekende tuiniers. Awel, er was geen enkele tuin bij die zo mooi is als de jouwe.” Zoiets uit de mond van Frans, dat kwam binnen. Hij heeft vroeger in het onderwijs gestaan en daardoor (het is waarschijnlijk beroepsmisvorming) kan hij heel goed verwoorden welke punten verbeterd kunnen worden. Ik kreeg er geen.

“Deze tuin moet gezien worden.” zei hij nog. Dus bij de volgende Ecotuindagen van Velt mag iedereen naar de home cinema komen.