Bloembollen en zaden…

 

De laatste dag van het jaar… Ik begin al te dromen van het voorjaar.  De dagen zijn al terug (een klein beetje) aan het lengen dus we zijn op goede weg.  Ben echt eens benieuwd naar mijn nieuw stukje tuin.  We hebben nog heel veel gazon.  Nu heb ik in het achterste hoekje het gras laten groeien en juist wegjes gemaaid naar de poortjes naar de poel en het vogelboske.  In het hoge gras heb ik bloembollen geplant.

 

Biologische bloembollen, besteld bij Nijssen uit Heemstede.  Het zijn ‘gewone’ gele : Narcissus pseudonarcissus subsp. lobularis.  Deze zouden heel goed verwilderen.image  En dan mijn lievelingsnarcis : Narcisus poeticus var. recurvus.  Helderwitte bloemblaadjes met een cupje van geel met rood randje heeft ie.  Zo schattig!  En zalig geuren…mmmm!  Hij geeft een voorkeur aan een niet te droge standplaats dus dat zou moeten lukken niet zo ver van de poel.image  Dan heb ik ook nog Crocus biflorus ‘MissVain’ besteld en blauwe Anemone blanda.  Ik kan al bijna niet wachten tot al die schone bloemekes tevoorschijn zullen komen…

 

Op een miezerige novemberdag heb ik ook zaden besteld.  Van de Velt Zadenlijst natuurlijk!  Onbegonnen werk om hier op te lijsten wat ik allemaal besteld heb.  Er zitten oa. gele courgetten, roze radijzen en kropsla Hilde tussen.  Om hier allemaal meer over te weten te komen, kom je best naar onze moestuinlessen.  Op 10 april en 8 mei 2016 komt lesgever Jos Noppen ons inwijden in de ecologische moestuin.  Allen daarheen!

Indische loopeenden

We woonden nog niet zo lang in ons paradijsje toen we een gigantische slakkenplaag kregen.  Niet zo van die mooie huisjesslakjes, nee … vieze, slijmerige, bruine naaktslakken.  Elke avond moest ik op tocht met de schaar om ze in twee te knippen.  Bah, ik voelde me een bloeddorstige moordenaar.  ‘Warom houd je geen Indische loopeenden?’  vroeg Frans De Smedt van Velt.  ‘Indische wat…?!’

Indische loopeenden worden ginder achter ingezet in de rijstvelden om slakken op te eten.  Zij vliegen niet en hebben geen vijver nodig.  En ze zijn verzot op slakken.  Yes, dat was de oplossing!  Frans zijn eendjes hadden toevallig juist aan gezinsuitbreiding gedaan en ik kreeg een koppeltje.  Zo’n koddige diertjes!  En mijn slakken, die overleefden het niet.  Het koppeltje was onafscheidelijk en al vlug werd er een nestje gemaakt.  Op een ochtend kwamen ze met een hele rij kleintjes aangewaggeld.  Zo plezant!

Onze jongste zoon wilde eigenlijk wel eens zien waar dat nestje was, ik had het heel die tijd goed kunnen verzwijgen.  Kwestie van mama eend niet te storen.  Maar nu mocht hij het wel zien.  We kropen tussen de struiken en achter de klimop en daar goed verstopt vonden we het nestje.  Nog één eitje lag erin.  ‘Dat eitje zal niet bevrucht geweest zijn.’ zei ik en nam het op.  En toen piepte dat ei toch, zeker!  Oei, en er was een barstje in.  Voorzichtig pelde ik het eitje verder open en toen lag er een piepklein eendje, met de dooier nog uit zijn poepke, in mijn hand.  ‘Mag ik dat eens vasthouden?’ vroeg mijn zoon. ‘Ik ga dat verder uitbroeden.’  Ik moest lachen, onze zoon en zijn liefde voor dieren.  Dat beestje zou het toch niet overleven.  Het lag op zijn zijde in zijn handjes. ‘Jawel, ik ga dat warm houden!’  Onze zoon is nogal van de koppige soort.  Een uur later liep hij nog steeds met het beestje rond.  En zowaar, het lag niet zomaar meer, het zat op zijn pootjes.  Handjes terug dicht en warm houden.  Tegen ’s avonds kon het zelfs al op zijn pootjes staan!  En toen moesten we op familiebezoek.  ‘Mijn eendje moet mee!’ besliste de zoon.  Ja zeg, dat kon nu toch niet he!  Maar niks aan te doen, zoon hield vol.  Dan maar een ijscreme doosje en een warm doekje genomen en daar het beestje in gezet.  Tante en nonkel keken raar op.  Maar eigenlijk verstonden ze het wel, moeke Hilde had als kind ook zo’n dingen gedaan.😜.  En het eendje zette daar zijn eerste stapjes, op onze zoon zijn schoot.  ‘Ik noem hem Waggel!’  riep onze zoon uit.   Terug thuis wilde zoonlief het eendje mee naar zijn bed nemen.  Maar daar hebben we wel een stokje voor gestoken.  Een kersenpitkussentje warm gemaakt en in zijn doosje gelegd.  Zou hij de nacht overleven?  En ja, de volgende morgen was hij er nog.  Waggel groeide goed.  Onze zoon gaf hem kuikenmeel, mieren, stukjes slak en regenworm.  En als hij in de tuin liep, waggelde Waggel achter hem aan.

image Lees verder

De ecologische kerstboom

Even iets vertellen over naast de tuin, over onze buurman.  Hij is een heel druk bezet man die voltijds werkt, daarbij ook nog verder studeert.  Hij heeft ook een juweel van een tuintje.  En hij knutselt met hout.  Daar ben ik stiekem een beetje jaloers op.  Dat zou ik ook nog graag leren.  Soit, onze buurman is dus meer dan een bezige bij.  Nu had hij onlangs in een weggeefgroep een foto van een stapel paletten geplaatst.  Gratis bij hem af te halen!  Dat vond ik zo zonde!  Wat zou hij daar niet allemaal kunnen mee maken?!  Tijd dus om zijn talenten een beetje uit te dagen.  Ik stuurde hem een foto van een kerstboom gemaakt uit sloophout.  Die had ik al van vorig jaar staan op mijn pinterest pagina.  Maar daar de lieve wederhelft of ik niet zo handig zijn…  De buurman hapte toe.  Er werd een beetje lacherig gedaan over veel geld ermee verdienen en het eerste exemplaar is voor een dierbare buur… maar we geloofden niet dat hij het echt zou menen.

En toen belde de buurman op mijn gsm terwijl ik in de plaatselijke buurtwinkel stond.  Natuurlijk zat die gsm ergens vanonder in mijn ‘kabas’ en was ik te laat.  Al vlug kwam er een berichtje of ik even wilde komen want hij had wat raad ivm Velt nodig.  Zie je wel dat hij het niet meende, maar hij wilde misschien wel lid van Velt worden.  En dat zou natuurlijk ook super tof zijn.😜

Met alle info over Velt in mijn hoofd stapte ik naar daar.  Hij ging even laten zien waar hij raad over nodig had.  Hij opende zijn garagepoort en daar stond de mooiste kerstboom die ik ooit gezien had.  Wauw!!!

image Lees verder

Het droeve liefdesverhaal van Sieke en Fideel

Voorwoord :

Sieke en Fideel waren een tante en nonkel van mijn vader.  Zij woonden naast mijn oma in het naburige dorp.  Hij zat altijd op een bankje op het dorpsplein.  Zijn dag was goed als hij iemand had kunnen beetnemen.  Zij was een beetje ziekelijk, zat altijd binnen zichzelf te beklagen.  Het was een koddig koppel!  Maar ze waren een begrip, iedereen in het dorp kende hen.

Wat ik nu eigenlijk wil vertellen :

We hadden een ‘vogelbosje’ aangelegd in onze tuin met hulp van het Regionaal Landschap Groene Corridor.  Streekeigen groen zoals Gelderse Roos, Kardinaalsmuts, Sleedoorn, Rode kornoelje, Vlier  e.a. waren ze komen aanplanten.  Maar het gras groeide even weelderig als de struikjes zelf en ik was er al een paar keren met de grasmachine door gegaan.  Dat vond ik niet zo plezant.  Lopend achter dat ronkende beest, bedacht ik dat een koppel ganzen die het gras afbijten, toch wel veel gezelliger zou zijn.  Zo gezegd zo gedaan, een zoekertje op de Velt website gezet.  Ik kreeg nogal vlug reactie van enkele tuinmannen van het Vrijbroekpark in Mechelen.  Of ik een koppeltje witte ganzen wilde adopteren want op hun vijver zaten er veel te veel.  Ze wilden ze zelfs tot bij ons brengen!  Natuurlijk was ik enthousiast!  Hilarisch was het hoe ze bij ons toekwamen.  In een bakkersautootje met de ganzen los op de achterbank!!!  De ene tuinman kroop langs de kofferdeur in de camionette terwijl de andere de deur vasthield.  Dan begon de auto te schokken omdat de ganzen van hier naar daar vlogen.  Na heel wat tumult mocht de deur terug open en na een wolk van stof en pluimen kwam daar de tuinman uit gekropen met onder iedere arm een gans…

Het koddige koppeltje voelde zich al heel snel thuis bij ons.  We doopten hen Sieke en Fideel.  Heel ijverig deden zij hun werk, bijten aan het gras.  Het was zo’n mooi koppel, ze bleven steeds bij elkaar.  In het voorjaar maakte Sieke een nestje en legde daar mooie, grote, witte eieren in.  Kleine gansjes zijn er spijtig genoeg niet uitgekomen.  Maar niet getreurd, ze hadden elkaar en volgend jaar een nieuwe kans.  Tot het noodlot toesloeg!  Het had die nacht heel hard gestormd.  Echt ruig had het gedaan, gedonderd en gebliksemd.  De volgende morgen lag Sieke…dood.  Hoe kon dit nu?!  Ze was de dag ervoor helemaal gezond en ze was ook niet gekwetst.  Gestorven van de schrik van de storm?  We weten het niet.

Nu was Fideel weduwnaar.  Hij liep daar zo alleen, het was echt aandoenlijk.  Nu heb ik op mijn werk een hele toffe collega die bij haar thuis ook veel dieren heeft.  Zij stelde voor dat ik bij haar een ander Sieke mocht komen halen.  Ik was zo blij!  Het is wel moeilijk om het geslacht bij een gans te zien dus na wat vergelijkende studie dachten we wel dat we een vrouwtje gepakt hadden.  Wij naar huis met de nieuwe gans, wel in een hokje, niet zoals de mannen van het Vrijbroekpark.  Onze Fideel was zo blij!

En dan kwam de lente.  Onze jongste zoon zei : ” moeke, die ganzen doen judo!”   Inderdaad!  Onze Fideel probeerde zijn huiswerk te maken maar hij mocht er niet op!  Ons Sieke was geen Sieke maar ne Gerard!  Tja, de toffe collega verwittigd dat we ons vergist hadden. ” Na de zomer kom je maar een andere halen, dan kunnen we goed observeren welke de vrouwtjes zijn.” zei ze.  Eindelijk was het zover.  Gerard terug in de auto gezet en wij weg.  Maar de man van de toffe collega was niet thuis en ineens was het toch weer moeilijk om het verschil tussen de mannetjes en de vrouwtjes te zien. Om een lang verhaal kort te maken, het volgende voorjaar deden ze weer judo.

“Nu gaan we het anders doen”zei de toffe collega.  “Alle ganzen die dit voorjaar op een nest zitten, doen we een strikje aan.  En als de kuikens groot genoeg zijn, krijg je een vrouwtje.  En dan zullen ze geen judo meer doen.”  En zo geschiedde het.  We kregen een echt Sieke.  We zagen het direct.  Zij liep veel lager dan Fideel en haar buikje was zo wat uitgezakt van het eieren leggen.  Eindelijk gelukt!   Maar… hun geluk was van korte duur!  We hadden al enkele keren bezoek gehad van een vos.  Die had al enkele kipjes verschanst en ook onze loopeendjes had hij verorberd. (Over die diertjes vertel ik een andere keer).  De kippen werden vanaf dan ’s nachts opgesloten in hun hok.  Maar ganzen slapen buiten.  We waren er echter gerust in dat ze zich niet zomaar zouden laten pakken.  Onze hond, een Rhodesian Ridgeback, was zelfs bang van Fideel.  Helaas!  Op een ochtend kwam Sieke alleen aangewaggeld.  In het gras vond ik een spoor van witte pluimen.  Onze Fideel is over twee afsluitingen gesleurd en uiteindelijk vond ik zijn overblijfselen vanachter aan de poel.  Wat een beest had dat gedaan!image  Nu was Sieke weduwe!  Hoe konden we haar nu beschermen?!  De lieve wederhelft had de oplossing.  We zetten haar in het andere kippenhok aan het tuinhuis en ’s nachts laten we daar een radio spelen.  Dit werkt heel goed.  De vos is hier nog geweest, buren zagen hem door de straat sluipen maar Sieke die naast de radio slaapt, laat hij gerust.

Maar nu is zij alleen.  De toffe collega heeft ondertussen geen ganzen meer.  Dus nu zoeken we terug een Fideel…Karoo & Fideel (11 van 17)
Onze Fideel en Karoo, de hond.

De kippenwoonwagen

’t was zo’n druilerige zondagnamiddag zoals nu toen de lieve wederhelft en ik met de auto ergens naartoe reden.  Mijn blik was zoals altijd op de tuintjes gericht en ineens zag ik het staan : een versleten woonwagentje gemaakt van een oude driewielskar.  ‘Wauw!’ riep ik uit, ‘zo iets tof!’  Toen passeerden we het karretje en zag ik de achterkant.  Daar hing een bordje ‘te koop’ op.  ‘Stop, stop!’ riep ik.  Mijn schat dacht al dat hij iets aangereden had ofzo en drukte met bonzend hart op de rem.  ‘Dat karretje is te koop.  Zou dat niet tof zijn voor onze kippen?’ zei ik stilletjes, toch wat verschoten van zijn snelle reactie.  Hij zag mijn glinsterende ogen en begon te lachen.  Ik zag hem zo denken : ‘o jee, daar gaat ze weer!  Wat gaan we nu weer beleven?!’  Maar hij stapte toch mee uit en we gingen wat naderbij kijken.  Het telefoonnummer genoteerd en terug thuis heb ik dan gebeld.  Ik heb het gekocht.image Lees verder

Pastinaak…

Vanavond eten we worteltjes met, nee geen erwtjes maar … pastinaak.  Zo krijg ik deze nieuwe, oude groente verkocht aan de jeugd in ons gezin.   Ook in een lekker groentesoepje willen ze ze wel.  Moeke moet hier dikwijls nogal creatief zijn om de kroost een beetje gezond te laten eten.

Pastinaak dus…  Deze witte, dikke vlezige wortels heb ik al jaren in mijn moestuintje.  Ik kreeg de zaadjes ooit van Rob (van zijn pastinaakplanten wel te verstaan).  Het is zo’n gemakkelijke groente, gewoon zaaien en wachten.  In de winter, als je bijna niks anders meer vers kan oogsten, zijn ze op hun best.  De smaak ligt een beetje tussen onze gekende wortelen en peterselie, vind ik.image

Tussen de regenbuien door ben ik daarstraks even de schatten gaan opdelven.  Een adrenaline-shot krijg ik daarvan!  Met de schop en de handen lekker in de aarde en daar vanavond een maaltijd van bereiden.  Meer moet dat niet zijn!