We eten ons dood

We eten ons dood

Ik volgde Louis De Jaeger al een tijdje als fan van zijn acties ‘Bye Bye Grass’ en ‘maai mei niet’. Prominent aanwezig in de media, jong en enthousiast en afkomstig uit de Westhoek. Niet iemand die ik ooit persoonlijk zou ontmoeten … dacht ik.

En toen was ons boek ‘Onze Aarde Vieren’ af en gingen we op zoek naar een uitgever. Snel waren er twee zeer geïnteresseerd en eentje wilde zelfs direct een afspraak met ons. Tot ze daags voordien afbelde. Want Louis De Jaeger had ook een boek geschreven, zei ze. Over dezelfde thematiek als wij, met focus op de landbouw. En vermits hij zo’n mediafiguur is, wilde ze zich met ons niet in een financieel avontuur storten.

Toeme toch! Onze teleurstelling was gelukkig van korte duur want de klik die we daarna met Stichting Kunstboek hadden, was fantastisch.

Als we nu eens aan Louis vroegen om ons boek te lezen en een commentaar op de achterflap te zetten. Want hij had ‘ons goed liggen gehad’ en kon nu maar iets terugdoen, vonden we zeer stout. (En nu hoor ik zijn zalige lach bulderen tot hier)

Louis bleek ook gewoon in de omgang een zeer toffe gast te zijn! We werden uitgenodigd op zijn boekvoorstelling en hij kwam naar de onze. Een warme vriendschap ontstond. ‘Samen voor onze planeet, alle kleintjes doen ertoe en we trekken iedereen mee’ is het gevoel dat we hebben.

‘We eten ons dood’ leek mij aan de titel te zien een negatief boek. Maar de ondertitel ‘Hoe we met onze landbouw de wereld kunnen redden’ geeft hoop. Het verhaal leest als een trein en een plooifietske (als je het boek leest, kan je mee). Ik werd helemaal meegezogen in de avonturen van Louis en zijn vriendin.

De achtienjarige Louis wil boer worden maar weet niet goed wat voor een soort boer. Daarom trekt hij samen met zijn vriendin op reis. Hij begint een zoektocht gedurende vijf jaren van in Amerika tot in de Westhoek en bezoekt allerlei boeren.

Ik vind het zo mooi hoe hij zichzelf voortdurend in twijfel trekt. Louis stelt zich ook open voor landbouwmethodes waar hij instinctief een afkeer voor heeft. Hij gaat zelfs op bezoek bij Bayer-Monsanto. De Sustainable Operations Manager, Marc Sneyders, die hem ontvangt is zo’n vriendelijk man. Die vertelt dat Bayer zich in de toekomst veel minder met pesticiden zal bezighouden. ‘Precision farming’ is de toekomst. Als Louis hem vraagt of hij zijn kinderen liever onbespoten appels of pesticidenappels geeft, kiest hij resoluut voor het laatste! Hij gelooft écht dat pesticiden geen kwaad kunnen. Louis is er helemaal zijn kluts van kwijt en gaat uithuilen bij zijn vriendin. Hij heeft er een ‘identiteitscrisis’ van zoals hij zelf zo mooi beschrijft.

Het gaat natuurlijk over veel meer dan pesticiden alleen in dit boek. Louis praat met bodemdeskundigen, professors, topdokter Guy T’Sjoen (endocrinoloog), klimaatexpert Pieter Boussemaere, … Zelfs met Kate Raworth, uitvinder van de donuteconomie, drinkt hij een biertje. En velen meer. Je krijgt het ene inzicht na het andere en denkt ‘maar ja, dat is het!’

Wat mij het meest bijgebleven is uit dit boek is hoe hij vertelt over onze maatschappij die polariseert. Die polarisatie is niet ‘bio’ tegen ‘non-bio’. Maar wel: ‘we moeten zorg dragen voor de bodem’ tegen ‘we moeten de wereld voeden’.

Naar mijn gevoel is dat ‘de wereld voeden’ niet helemaal juist. We voeden momenteel de wereld toch niet? Hoeveel armoede en honger is er niet? Deze stelling wordt gebruikt als excuus voor het feit dat we onze planeet en de dieren aan het uitbuiten zijn!

Zo vertelt Louis over koeien die gras eten. Ha ja, want gras heeft de beste energie-eiwitverhouding voor hen. Maar het landbouwbedrijf moet zo rendabel mogelijk zijn. Da’s het belangrijkste. Met gras alleen kan een koe niet de productiviteit halen waarvoor ze gefokt is. Daarom wordt er ook maïs gegeven. En soja waarvoor regenwouden in Brazilië gekapt worden. Dat wordt dan met vervuilende schepen naar Europa vervoerd. Zo ontstaat er een ‘stikstofonbalans’. Ik citeer wat Louis schrijft: “We onttrekken alle stikstof aan Brazilië, exporteren die naar Europa om onze dieren mee te voederen, die dieren doen ‘kaka’ en die ‘kaka’ komt op onze bodem terecht.” De natuur in Vlaanderen wordt verstikt door de stikstof en in Brazilië is er te weinig.

Ik denk aan wat wij schreven in ons boek over koeien. Koeien zijn niet slecht voor het klimaat. We moeten ze gewoon in het gras laten. Daarvoor zijn ze gemaakt. Er zijn wereldwijd veel permanente graslanden, waar niks anders kan groeien. Maar mensen eten geen gras. Door koeien te laten grazen, zetten ze niet eetbaar land voor de mens om tot beefsteak, voedsel voor ons.

Enorm veel bewondering heb ik voor Louis! Hij wil de ‘symptoombestrijdingsmaatschappij’ achter ons laten en het ‘tijdperk van samenwerken’ ingaan. Zijn jeugdigheid, intelligentie en bevlogenheid zouden er wel eens kunnen voor zorgen dat het hem lukt onze planeet te redden! Na #ByeByeGrass en #maaimeiniet wil hij nu een #ByeByePesticide revolutie starten. Blijf hem zeker volgen!

Hoe Apodemus het hazenpad koos

Ik hol nog steeds achter de feiten aan door dat ene project. Maar gisteren was het er uiteindelijk toch van gekomen om de serre winterklaar te maken. Een maand te laat, ik weet het. Het enige wat ik nu nog kon proberen, was pluksla en veldsla zaaien.

Eerst begon ik met de laatste tomaten en komkommers te oogsten. De gele bes tomaat had niet zo goed opgebracht, vond ik. Nochtans hadden er veel bloemetjes op de struik gestaan. Tijdens het opruimen van de struiken zag ik ineens hoe de grond omgewoeld was en met een bergje lag.

Mmm, toch maar eens met mijn riek in geprikt. Vliegensvlug sprongen daar drie pluizige beestjes uit. Twee ervan vonden direct de weg door de open deur. De derde sprong, holde zichzelf voorbij en zoefde steeds voorbij de deur. Het beestje was helemaal in paniek. Hij had een glimmende, gezonde vacht met een beetje een rosse schijn. Dat kon ik al waarnemen terwijl hij me steeds maar voorbij rende.

Uiteindelijk, helemaal buiten adem kwam hij in een hoekje van de serre terecht. Voorzichtig bukte ik me en vroeg zijn naam. Hij antwoordde niet maar bleef me brutaal met zijn donkere oogjes aankijken. Dan maar een foto genomen en Waarnemingen.be vertelde me dat hij Apodemus sylvaticus heet.

Apodemus vertrouwde het echt niet. Trillend bleef hij me in ’t oog houden en ik hem. Het was een man, dat wist ik zeker. Want omdat ik zo bleef staren, werd ie helemaal onzeker. Hij begon zijn schattige handjes te wassen. Wilde hij een goede indruk maken op mij? Of zou hij me nu terstond een pandoering willen geven? Voorzichtig schuifelde ik een beetje dichter. Zoveel avances had ik niet mogen maken want Apodemus sprong op, liep vliegensvlug weg en verstopte zich onder een blaadje in de serre.

Daar moest ik geen moeite meer in steken, die zou ik toch nooit over zijn angst voor vrouwen heen krijgen. Dus besloot ik hem maar te negeren en ging ik terug verder tomaten plukken.

Apodemus deed me denken aan ‘Circle of life’ uit The Lion King. Hij hoort erbij. In het wild leeft hij ongeveer een jaar en staat op het menu van bosuilen en wezels. Maar ook vossen, marterachtigen, kerkuilen en ransuilen lusten hem. Die komen hier allemaal in den hof. Hijzelf is een opportunist en eet wat hij kan vinden. Maar hij eet ook slakken! In Groengenot zijn dat de enige beesten die een beetje té overvloedig aanwezig zijn.

Op een bepaald moment had Apodemus toch de deur gevonden. Want toen ik even opkeek door het raam, zag ik hem door den hof ‘sjeezen’. Hij had het hazenpad gekozen. Of was het het ‘bosmuizenpad’?