Door covid-19 zitten we nog steeds in onze beperkte bubbel. Op vakantie gaan zit er nog niet in maar geen nood, in de tuin kunnen we ook op safari.
Zo kwam ik vorig weekend tijdens een ochtendwandeling een echte sukkelaar tegen. Hij was duidelijk in moeilijkheden. Met zijn logge bruine lijf kon hij niet veel beginnen tegen verschillende behendige belagers. Een kever die aangevallen werd door een kolonie mieren op een blad van mijn jonge appelboompje. De mieren deden daar duidelijk aan landbouw. Het waren meer bepaald veetelers. Verschillende stallen met bladluizen hadden ze onder hun hoede. Daarom waren ze niet blij met de lompe bezoeker.

Ik vroeg me af wat soort kever het was. Waarnemingen.be kon me niet echt helpen, een meikever kreeg ik als optie. Maar dat was het duidelijk niet. Hulp gevraagd in de Velt Facebookgroep dan, daar kan je altijd terecht. Iemand zei een junikever maar daarvoor was hij ook te klein. Een rozenkever, opperde men dan. En inderdaad dat was het.
Ik had eigenlijk gehoopt dat hij ook een bladluizeneter was maar helaas hij eet ook blaadjes. ‘k Heb dan maar enkele bladluizen plat geknepen. Kwestie van wat geur te verspreiden en lieveheersbeestjes, gaasvliegen en rode weekschildkevers te lokken.
Van de tweede ontmoeting sprong ik een gat in de lucht van ’t verschieten. Ik kwam om het hoekje van ons huis en toen ritselde vlak voor mijn voeten vliegensvlug iets de struiken in. Boven mij op de elektriciteitsdraad begon een kauw vreselijk te krijsen. Voor ik goed en wel besefte dat ik haar jong verrast had, zat ik ineens in een scène van Hitchcock’s Birds. Zeker twintig kauwen kwamen boven mij in de lucht gecirkeld! Adembenemend jong! Ik ben stillekes afgedropen. Een safari kan soms echt spannend zijn.
De derde ontmoeting, dat was pure gelukzaligheid! ‘Kweeniehoeveel’ honingbijen die op zoek waren naar nectar in mijn papavers. Dat was daar een gezellige bedrijvigheid! Daar doet een mens het voor hè …