Dit weekend moesten we naar een receptie in het dorp. We stapten er naartoe langs het veldbaantje naast de spoorweg en daar zag ik ze staan : vlasleeuwenbekjes. Ineens werd ik terug gekatapulteerd naar mijn kindertijd. In de veldbaantjes achter ons, waar wij altijd speelden, stonden die bloempjes ook.
Wij noemden ze : gapertjes, omdat als je op de onderkant van zo’n bloempjes duwt, ze hun bekje opensperren. Die gapertjes hebben veel van ons gezien. In die tijd waren er nog geen smartphones of computerspelletjes dus wij speelden tussen de velden waar zij stonden. Met de kinderen uit de buurt hadden we een club opgericht, de heldenclub. We hadden een geheimschrift, een clubhuis ( het tuinhuisje in onze tuin) en een echte clubschat ( wat mooie stenen en gedroogde ‘gapertjes’)
We deden aan bergbeklimmen, ja we waren helden hè. We bonden ons aan elkaar vast met onze springtouwen en gingen dan bergen bouwafval van een bouwbedrijfje in de buurt beklimmen. Stoer hè! Of rolschaatsen en speelkaarten met wasspelden aan de spaken van onze fietsen vastmaken zodat die kletterden als je reed en het was alsof je op een ‘brommer’ zat. Of kampen bouwen in het ‘kriekenboske’, een perceeltje met wat bomen op van de gemeente. Dat bestaat nu niet meer, er staat een turnzaal op.
Onze ‘meisjeskant’ kwam ook aan bod hoor. Dan gingen we wandelen met onze poppenwagen tussen de velden. Maar … dat was gevaarlijk! Want er was nog een andere club in onze straat : de Kat ( naar een tv-feuilleton van toen). Dat waren drie jongens, iets ouder dan wij. Zij kwamen met hun fietskes ons de weg versperren en onze poppenwagens ‘uitkappen’. Zo leerden we het verschil tussen jongens en meisjes want het onderwijs was nog gescheiden natuurlijk. Toen we tieners werden en de jongens begonnen haantjesgedrag te vertonen, liep dat op een sisser af. Ge kunt toch niet iets beginnen met een man waarvan je niet zeker bent of hij je kind niet uit de kinderwagen zal kappen?!
Ooo, vlasleeuwenbekjes … nostalgie. Ik geniet van de herinneringen en van de bloempjes zelf. Zachtgeel met een klein zweempje licht oranje. Ze komen zeer algemeen voor in België. Vlasleeuwenbekjes of Linaria vulgaris groeien op zonnige, open, droge plaatsen op minerale, niet te voedselarme grond. Langs spoorwegen en veldbanen vind je ze wel. Ze bloeien van juni tot de eerste vorst. Kom jij ze tegen in je buurt of heb jij er herinneringen aan?
Ik zie ze nu overal verschijnen in de bermen 🙂 als de natuur nu eens de andere “commerciële” kleuren met de “wilde” leeuwenbekjes kruist, then we’re in for a treat 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Haha Jan, de commerciële kleuren! Ik denk dat je het hier over Antirrhinum hebt? Dat zijn ook leeuwenbekjes maar een andere soort. Ik weet niet of die zouden kunnen kruisen…😊
LikeLike
Ik lees hierboven dat er ook een commerciële variant is. Wel die is dan dit jaar komen aanwaaien van bij de buren denk ik. In het perk naast de schutting heb ik een donkerroze staan die na de grote droogte z’n tweede adem gevonden heeft. Ik wist niet eens welk blommeke ik had staan.
En dan nog een feit: er is een Nederlandse dame die blogt onder de naam ‘vlasleeuwenbekje’ en sedert dat die mijn blog in haar reader vermeldt, boomen mijn statistieken gelijk zot.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, da’s zjust! Ik sta daar ook tussen en merk inderdaad veel verkeer van daar uit. Tof hè?!
LikeLike
Ja, vind ik ook.
LikeGeliked door 1 persoon
’t Zijn ‘schone bloemkes’, en ’t is een prachtig verhaal !
Lie(f)s.
LikeGeliked door 1 persoon
Jah, de jeugd…
LikeGeliked door 1 persoon
Mijn blog is er naar genoemd, uit liefde
LikeGeliked door 1 persoon
Jouw blog is tof!
LikeLike
Mijn tuin staat er vol mee. Ik ben er dol op!
LikeLike
Super!
LikeLike