Knotwilgen

Stoere rijen geknotte bomen in het landschap, ik was nog maar een klein meisje toen ik dit al prachtig vond. Ik wist al snel dat ik later ook zo’n rij robuuste bomen vol leven wilde.

Langer dan tien jaar staan die kerels hier nu. En knotwilgen moet je … knotten natuurlijk. Vier jaar geleden deed ik het de laatste keer zelf. Maar nu zijn het zo’n forse bomen geworden, dat ik het niet meer zelf durf.

Een vriend met ‘verstand van groenwerken’ wilde dit wel doen. Ik sprak met hem af dat hij de helft van de bomen zou knotten. De andere helft moest blijven staan. Want op meerjarig hout van wilgen komen wilgenkatjes. Het stuifmeel daarvan is superfood voor vroege bijen. Dat wil ik hen niet afpakken natuurlijk. Volgende keer kunnen deze geknot worden en blijven die van nu staan.

Hij kon alleen maar in de kerstvakantie, in de week dat ik met de nacht moest werken. Toeme toch, ik had er nochtans graag bij geweest.

Gelukkig is het een lieve vriend. Hij beloofde dat hij zijn kettingzaag elke keer onder het raam waar ik lag te slapen zou komen in gang trekken. “Da’s goed jong”, antwoordde ik “dan kap ik ‘mijne pispot’ over uwe kop.” Zo rap als tellen, repliceerde hij: “ik ben zeker dat ge dan nog ‘ne pispot’ moet gaan kopen.” 2 -1 voor hem, het leven van de werkende vrouw is hard…

Maar nu kan ik me wel amuseren: buiten spelen en hout opruimen. De fijnste takken ga ik verhakselen. Daarmee kan ik de paadjes in de moestuin terug opvullen. De dikste stammen zaag ik in stukken, die zijn voor de houtmijt.

En voor de langste buigzame takken heb ik een tof projectje gevonden. Binnenkort gaan we onze poel eens terug uitdiepen. Dat komt de vriend ‘met verstand van groenwerken’ doen met een kraantje. Op twee plaatsen is de wand wat ingezakt. Mijn vader heeft me geholpen om daar palen (gerecupereerde boompalen) in de grond te drijven. Daar ben ik nu aan ’t vlechten met die takken: een soort ‘oeverversteviging’ aan ’t maken. Bedoeling is om de ruimte op te vullen met grond die uit de poel komt.

Ge ziet, ik ben mij weer aan ’t amuseren. Van ’t werk moeten ze nu even niet meer bellen, ik heb al overuren genoeg. En de was, plas en strijk blijft ook even staan. Leve de tuin!