De kafferlelie en de heidelibel

De kafferlelie en de heidelibel

Een stralende zondagmiddag in oktober. De hemel kleurt helderblauw en de zon geeft nog enorm veel warmte. Klimaatopwarming is niet steeds kommer en kwel. Deze morgen had ik gezien dat de kafferlelies bloemen hadden. Dus een tuinsafari drong zich op. Sinds ik Tuinranger ben, benoem ik mijn gelummel en genieten in de tuin als safari. 😉

Op mijn hurkje, met mijn gsm in de aanslag, zit ik aan de vijver om een foto te nemen van de bloemen. Schizostylis coccinea ‘Mrs Hegarty’ is de naam van de variëteit. Ik kocht haar vorig jaar bij Lievesgarden ten voordele van Oekraïne.

Vanuit mijn ooghoeken zie ik een libel foerageren boven het water van de vijver. Nee, deze keer ging ik haar niét voor mijn lens proberen te krijgen. Ik ging niét ‘Tom en Jerry’ spelen en ik ging niét bijna in het water vallen. Mijn aandacht was op de bloem gericht.

Maar daar was dat ijdel beest het niet mee eens. Heel gracieus landde ze op mijn hand. Het was een bruinrode heidelibel. Verbaasd keek ik haar aan en draaide mijn hoofd een beetje. Zij draaide haar kopje ook. Ik draaide mijn hoofd naar de andere kant en zij deed hetzelfde. We bleven een tijdje naar elkaar kijken en met onze hoofden draaien. Had ik nu contact met een libel?! 🙂

Dan maar mijn camera (gewoon van de gsm he, maar camera ‘schrijft’ mooier) in de andere hand genomen en enkele plaatjes van haar geschoten. Daar was het haar om te doen. Rustig steeg ze weer op, cirkelde even rond mijn hoofd en vloog terug naar het water.

Safari in de tuin, ge moet dat echt eens doen!

De wilde tuin in mei

Geen strak gemaaid gazon, netjes aangeharkte paadjes of onkruidvrije borders hier. En dat is prima. Op het terras staan ‘stoepplantjes’ en dat mag. Op de rozen zitten bladluizen en dat mag ook. ‘The circle of life’ heet dat.

Er is zoveel te beleven in een wilde tuin! Tussen de rommel in het tuinhuis heeft een roodborst een nest gebouwd en vijf kleintjes grootgebracht. Nog effe wachten met opruimen dus, geen probleem.

De bladluizen hebben larven van lieveheersbeestjes aangetrokken. En prachtige zweefvliegen. Ik probeer er eentje te fotograferen. Maar ze wil niet gaan zitten. Elke keer als ik afdruk, draait ze net haar gat naar mij. Ik snap niet hoe natuurfotografen dat doen, grr!

Bovenop ons dak zit een macho mus de hele dag te tsjilpen alsof heel den hof van hem alleen is. Onopvallend verdwijnt hij regelmatig onder de dakpannen. Niemand die doorheeft dat hij daar een nest heeft, denkt hij.

In het nestkastje aan de rozenboog zitten ook kleintjes. Ma en pa pimpelmees vliegen constant af en aan met lekkere hapjes. Volgens de lieve wederhelft gaan er struisvogels uit dat nestkastje komen.

Ik ga regelmatig op safari in de tuin. Foto’s nemen van beestjes en dan invoeren in de app Obsidentify. Zo boeiend! Aan de vijver ontdekte ik al drie soorten waterjuffers: Een Vuurjuffer, enkele Lantaarntjes en een tandem Azuurwaterjuffer. Het zijn algemeen voorkomende soorten, leer ik, maar voor een nieuw aangelegde vijver is dat toch niet slecht he.

Een prachtig blauw gekleurd kevertje heet ‘fraaie schijnbok’ ontdek ik. Wat zo leuk is aan de app: je waarnemingen worden gevalideerd door vrijwilligers. Ze sturen een mailtje als ze je waarneming aanpassen. Heel leerrijk allemaal!

Ik heb nochtans ook gewerkt in de tuin: achter de vijver een nieuw stuk border aangelegd. Het is er dus nog wel wat ‘bloot’. Nu is het afwachten tot alles in bloei zal staan. Is jouw tuin ook zo lekker wild?

Spannende verrassingen in de tuin

Een zacht en schattig gepiep, dat deed me voorbije zaterdag op zoek gaan.

Het kwam van aan de poel. Al turend door het hoge gras, viel mijn oog ineens op hen: een eend met twaalf kuikens. Haha, ik had het nog gedacht. Sinds enkele maanden kwam hier steeds een koppeltje ‘romantisch doen’. Maar nu was vader nergens meer te bekennen. Misschien omdat de horeca terug open is?

Gisteren waren ze er weer. Het wieden in de fruitkooi met dat gefrunnik en gepiep van het klein grut op de achtergrond, was effenaf gezellig.

En dan … ’s Avonds rond een uur of elf ga ik steeds mijn kippen ‘in hun bed leggen’. De zijdehoenders willen voor ze gaan slapen, steeds nog wat op hun terras zitten. Genieten van de zonsondergang en van de merel zijn avondlied. Maar dan vallen ze daar in slaap en da’s te gevaarlijk in een biodiverse tuin. Ik steek ze dan in hun kot en doe het deurtje dicht.

Op weg naar het kippenhok, hoorde ik in de verte moeder eend luid snaterend van haar oren maken. Welke kleine was er nu al te laat thuis gekomen? Of zat er een kat misschien? Vlug mijn zaklamp genomen en eens poolshoogte gaan nemen. Was me dat verschieten zeg! Anderhalve meter van mij (ja echt! Coronaproof!) zat in het hoge gras een vos! Ik scheen met mijn lamp op zijn kop (een prachtige kop trouwens, met schattige oortjes) en hij had het niet eens door. Zo geconcentreerd was hij op zijn prooi.

Ik voelde me zoals op safari in Afrika. Ontmoetingen met wilde natuur vind ik zo spannend. Moeder eend was naar het midden van de poel gezwommen en haar kuikens wriemelden rond haar heen. De kop van het vosje volgde en ik zag hoe hij zijn spieren opspande. Zou een vos kunnen zwemmen eigenlijk? Ik hield mijn adem in maar toen ik zag dat hij wilde springen, was het sterker dan mezelf. Heel instinctief riep ik ‘Hey!’. Voor mijn ogen een moord laten gebeuren, dat lukte niet. Vosje sprintte als een pijl uit een boog weg en op het water keerde de rust weer.

Allee! Wat had ik nu gedaan?! Zo ingegrepen in de natuur! Nu moest het beestje met honger terug de nacht in. En dertien eenden op onze poel, dat kan toch nooit goed komen? Er zitten wel veel dikkoppen van padden in het water maar die populatie zal snel uitgedund worden met al die hongerige snaters.

In bed vroeg de lieve wederhelft: ‘Zou hij deze nacht terugkomen?’

Deze morgen ben ik nog in pyjama direct eens gaan kijken. Alle eendjes zwommen in het water. Vrolijk piepend en moeder eend druk in de weer om haar kroost bij elkaar te houden. Oef …