Vorige zondag hadden we afgesproken met iemand die ons wilde komen leren maaien met de zeis. Tijdens de ecotuindag van Velt was het ter sprake gekomen dat we wel een zeis hebben maar er niet mee kunnen werken. We deden het met een bosmaaier maar dat is natuurlijk niet zo plezant en veel zwaarder werk. Nog enkele andere mensen aangesproken die interesse hadden en Frans De Smedt, onze lesgever van Velt was er ook bij.
Om twee uur in de namiddag verzamelden we op onze oprit en de vrouw van de meneer die het ons ging leren, viel bijna omver van verbazing toen ze ons poortje binnenstapte. ” Zeg, jullie hebben hier Duizendguldenkruid staan!” riep ze uit. “Hoe? Waar?” vroeg ik. En eerlijk gezegd, kende ik het plantje niet. Het is wel iets heel zeldzaam, he. Duizendguldenkruid of Centaurium, meer uitleg daarover vond ik op wikipedia. Het is een plantje uit de Gentiaanfamilie en wat ik vooral onthouden heb, is dat het in Nederland en Belgie een beschermde plant is. En dat het vroeger als toverkruid werd aanzien. Als je het meedroeg in je beurs, geraakte die nooit leeg. Mmm, interessant, zeker voor een huishouden met studenten!😜
Veel plezier had ik ook met de plaats die het plantje uitgekozen had. De lieve wederhelft durft nogal eens zeuren dat ik ‘mijn kanten’ moet properder houden. En juist in zo’n slordige kant tussen de oprit en de border was het plantje opgekomen. Hihi, tof he!
En dan gingen we maaien. Het loof van de narcissen in ons bloembollenveldje was vergaan en het gras mag terug kort. Deze zomer gaan we hier gazonbeheer toepassen zodat onze kids hier terug kunnen kamperen. Toen ze kleiner waren, wilden ze de tent vlak aan de achterdeur. Maar nu willen ze zo ver mogelijk weg…
Maaien met de zeis dus. Zo plezant! En eigenlijk helemaal niet moeilijk of arbeidsintensief. Je moet alleen de juiste handeling vasthebben. En niet teveel gras ineens willen meepakken. Jef toonde ons hoe het moest en wij mochten ook proberen. Enkele mensen hadden ook hun eigen zeis bij en zo was ons veldje binnen de korste keren gemaaid. Voor de mensen die er deze keer niet bij konden zijn : volgend jaar maken we hier een Velt-activiteit van. Dan kan je het ook komen leren.
Van al het gras dat we gemaaid hebben, hebben we dan een hooimijt gemaakt. Het is de bedoeling dat dit heel langzaam verteert zodat allerlei diertjes daar deze winter een onderkomen in vinden. Kevertjes, kikkers, padden, salamanders, egels,… mogen bij ons komen schuilen.
En wij hebben na het maaien nog ne goeie gedronken en nog lang en gezellig gebabbeld. Of hoe een tuin mensen kan samenbrengen…
De struikboontjes ‘Compass’ en ‘Cupidon’ hebben het zich niet aangetrokken. Die zijn goed weg. Maar van de stokbonen ‘Neckarkonigin’ zijn er maar enkele uitgekomen. Aan elke staak had ik er zes in de grond gestopt. Zestig in totaal dus! Daarvan heb ik nu drie plantjes. Alle andere boontjes zijn rot geregend. Triestig he!
Ik heb een krantenpagina in drie gevouwd, rond een pintje gerold en aan de onderkant dichtgeplooid. Zo heb ik er 35 gemaakt en gevuld met cocopeat potgrond.
Die allemaal op een schotel gezet, de boontjes erin geplant en met de plantenspuit een beetje water gegeven.

Eigenlijk is het een antiek, ouderwets, doodgewoon, heel gemakkelijk te kweken bloemeke… Maar zo speciaal, en met een verhaal voor mij…


Tot de laatste dag hebben de weergoden ons in spanning gehouden. In het weerbericht, hier angstvallig in ’t oog gehouden, bleven ze spreken over wisselvallig en onstabiel. Dankzij de kracht van positief denken, is er boven onze tuin geen druppel regen uitgevallen. Het werd een stralende, zonnige, warme dag.
Vele mensen vonden de weg naar ‘Groen Genot’. Ons bestuur heeft meer dan 350 bezoekers geteld. Maar op een bepaald moment bij het wisselen van de ploegen, is men vergeten door te zeggen om te tellen. Dus we denken dat er wel tegen de 400 bezoekers waren.



