Fietssnelweg F 27 ‘Leirekensroute’

Eigenlijk moet ik toegeven dat ik het niet zo heel erg gevolgd heb. Want van politieke discussies en welles-nietes spelletjes word ik niet echt gelukkig. Maar in het kader van de recente overstromingen en klimaatrampen, zelfs in België, is dit wel zeer actueel geworden.

Ik heb de toestemming van de voorzitter van onze plaatselijke Natuurpuntafdeling om een stukje van de afdelingsnieuwsbrief te delen.

Volgens de laatste ontwikkelingen is de gemeente afgestapt van het oorspronkelijke plan om de verlenging van het fietspad ten noorden van de Watermolenstraat volledig te laten verlopen langs de oude spoorbedding tot aan het treinstation. Uiteindelijk zien ook zij in dat de impact op de bestaande natuur en bos toch zeer groot zijn. Er werd een bijkomende studie uitgevoerd naar alternatieve tracés die elk een score kregen via een multicriteria-analyse. Na beraadslaging kiezen de gemeente en de provincie nu voor een scenario waarbij deels wordt afgeweken van het historische tracé. Deze zogenaamde variant 7 dwarst de Watermolenstraat en volgt de oude treinbedding tot net voorbij de visput (Kalkput) om dan diagonaal een laaggelegen  weide te kruisen en iets verderop aansluiting te geven op een veldbaantje naar de Drietorenstraat.   

Natuurpunt en de buurtbewoners blijven echter bij hun standpunt dat een functionele fietssnelweg F27 hier niet nodig is en dat variant 2 via de Watermolenstraat en Drietorenstraat te verkiezen is als veilige fietsverbinding langs bestaande wegen. De multicriteria-analyse is een subjectieve beoordeling waarbij sommige criteria als extra  betonnering, zwerfvuil, versnippering en andere negatieve aspecten niet aan bod komen. Het voorkeursscenario van gemeente en provincie loopt nog steeds een tweehonderdvijftig meter op de vroegere spoorbedding met het onvermijdelijke gevolg dat volwassen bomen zullen moeten gekapt worden. Uiteraard zal de natuur en het rustgebied van vele dieren worden verstoord. De weide die diagonaal gekruist wordt, is een overstromingsgevoelig weiland dat elke winter onder water komt te staan! Hier een fietsostrade doortrekken is totaal onverantwoord. Gebruik het voorziene budget o.a. om de bestaande route te verbeteren en om de veiligheid, vooral ter hoogte van de oversteekplaatsen, te versterken. Het geld verkwisten aan de dure aankoop (onteigening) van bos en landbouwgronden om deze te betonneren, te versnipperen, op te hogen,… en het mooie landschap te ontsieren, is niet meer van deze tijd en in tegenspraak met de eigen doelstellingen van de overheid  (betonstop, ontsnippering, ruimte voor water, meer bos,…).
We hopen dat gemeente en provincie zich nog bedenken en kiezen voor de meest logische oplossing, nl. de bestaande route via de Watermolenstraat en de  Drietorenstraat

foto Eric Daelemans – Foto van 4/02/2021 – fietssnelweg F27 gaat door lage, natte weide van linksboven (visput of ‘Kalkput’) naar rechtsonder! 
foto Eric Daelemans – Foto van 4/02/2021 – de 4 meter brede fietssnelweg F27 volgt het water: komende van links en via het veldbaantje naar de Drietorenstraat

Ik ben zeker niet tegen fietssnelwegen, integendeel! We kunnen echt nog wat leren van onze Noorderburen wat fietsinfrastructuur betreft. Maar hier snap ik de gemeente en provincie niet. Vooral omdat er in de Watermolenstraat zelf een mooi breed fietspad is en in de Drietorenstraat nieuwe, brede fietspaden zijn aangelegd. Waarom moet 400 meter daarnaast natuur- en overstromingsgebied opgeofferd worden? Ik vraag me zelfs af of de afstand die de fietsers zouden moeten afleggen langs die fietssnelweg niet hetzelfde is als langs de bestaande wegen. Ik begrijp de buurtbewoners en onze Natuurpuntafdeling. Als dat overstromingsgebied verhard en opgehoogd wordt, waar moet het water dan naartoe? En moesten gemeenten niet gaan ontharden en meer ruimte aan natuur geven ipv verharden?

Hier kan je ook op Ring-tv nog eens zien waarover het gaat.

Wat heb ik gemist waardoor ik de gemeente en provincie niet snap?

Bosanemoontjes en speenkruid

Ooit, heel lang geleden toen ik in het zesde leerjaar zat, leerden we over deze bloempjes.  Het was een stralende lentedag en in de voormiddag hadden we een saaie rekenles.  Zuchten en blazen, hielp niet.  Alle oefeningen moesten gemaakt worden.  Maar als we goed ons best deden, was er in de namiddag een verrassing.  Dus wij maar zwoegen op al die sommen.

Eindelijk, na de middagboterhammen was het zover.  We trokken erop uit met de fiets.  ( Iedereen kwam in die tijd met de fiets naar school en wie tevoet was, kon een fiets lenen van iemand van een andere klas.).  We gingen leren over de eerste lentebloeiertjes, bosanemoontjes en speenkruid.  Ik moet daar eerst nog een kleine anekdote over vertellen.   Langs Leirekensroute reden we naar het plekje waar onze juf deze bloempjes gevonden had.  Leirekensroute is een fietsroute en daar staan dus regelmatig paaltjes op de weg zodat auto’s er niet door kunnen.  De juf had ons verwittigd dat als we deze zagen, we naar de achterliggende fietsers ‘paaltjes!’ moesten roepen.  De eerste paaltjes kwamen in zicht dus ik, heel ijverig en bekommerd om mijn klasgenootjes, met mijn hoofd over mijn schouders roepen : ‘paaltjes!’  Lomp natuurlijk van over mijn schouder te blijven kijken want ik botste erop en heel elegant vloog ik over mijn stuur.  Gelukkig niks erg en na de eerste schrik hebben we er zalig om gelachen.

De les over de bloempjes vond ik ook echt zalig.  Toen zat die liefde voor alles wat groeit en bloeit er ook al serieus in.

IMG_1963Het bosanemoontje ( anemone nemorosa) is een lage vaste plant uit de ranonkelfamilie.  Het heeft lieve, witte bloempjes en bloeit tussen maart en mei.  Heel kenmerkend is de wortelstok met witte knoppen erop juist onder het grondoppervlak.  Het plantje is niet zomaar tevreden met zomaar elke tuingrond.  Het groeit graag op een losse, voedselrijke bodem die winternat is, vooral in bos en onder bladverliezende struiken.  In het hallerbos (van de bekende blauwe boshyacinten) vind je ze nu in overvloed.  Ik heb ze bij ons in de tuin aan de rand van ons vogelboske, onder de struiken gezet en elk jaar krijg ik er meer en meer.  Het plantje groeit aan dankzij zijn kruipende wortelstok.  Maar ook mieren zouden helpen bij de verspreiding.  De zaden hebben een mierenbroodje waar ze verzot op zijn.  De noeste werkertjes zeulen de zaden mee, morsen wat onderweg en een nieuw plantje kan ontstaan.  Toch prachtig he!

IMG_1964Speenkruid (Ficaria verna of Ranunculus Ficaria) is ook zo’n tof vast plantje uit de ranonkelfamilie.  Het is een laagblijvend plantje, niet hoger dan 5 cm met boterbloemgele bloempjes.  Deze groeit liever in de zon of lichte schaduw en ook op vochtige, humeuze grond.  De wortelstokken zijn knotsvormig verdikt, de zogenaamde speentjes.  Dit zijn reserveorganen waaruit het volgende jaar de nieuwe planten ontstaan.  Er is ook een ongeslachtelijke voortplanting door okselknolletjes die vooral na de bloei in de oksels van de bladstelen zitten.  Speenkruid kan veel voedsel opslaan en zo de planten in de buurt benadelen.  Daarom wordt het door sommigen als onkruid beschouwd.  Alle soorten kolen doen het naast dit plantje niet goed.  Het bloeit van maart tot april en verdwijnt daarna terug onder de grond.

De blaadjes van speenkruid bevatten veel vitamine c.  Vroeger werd het tegen scheurbuik gebruikt.  Maar ik zou er niet zomaar van eten.  Eens de plant begint te bloeien, zit er teveel protoanemonine in de bladeren.  Dit is een gifstof.  Ook in bosanemoontjes zitten giftige stoffen.  Als je ze plukt, kunnen de vrijgekomen sappen voor huidproblemen zorgen.  Heel slim van die schattige bloempjes he…

IMG_2010