Vinpootsalamander in Malderen

Vandaag vond ik een zeldzame salamander in de stilstaande waterzone van onze zwemvijver.

Sinds vorig jaar had ik al een vermoeden dat hij er voorkomt. Maar om hem te identificeren, da’s niet zo makkelijk. Ik voerde dus nu enkele foto’s in op Obsidentify en deze avond werd mijn waarneming goedgekeurd. Hij is het dus echt! Joepie!

Nu vind ik het dus zeker erg dat onze poelgracht achteraan in de tuin zo mismeesterd wordt. Sinds een jaar of tien komt de beerkar drie keer per jaar op de weide achter ons. Al het waterleven in de poel is verdwenen. Alleen enorm veel muggen zijn er nog. En het water zou ik kunnen verkopen als vloeibare meststof.

De loonwerkers die de mest komen uitrijden, begrijpen niet hoe schadelijk het is. Volgens hen kan het echt geen kwaad. Onze omgevingsschepen kan er niets aan doen. De boeren moeten nu eenmaal hun mest kwijtraken, grasland is daar perfect voor en het is wettelijk in orde. Een inspecteur van de mestbank kwam stalen nemen van de weidegrond en de concentratie mest is tot nu toe volgens de wet nog niet te hoog. Al zou er dringend wat moeten veranderen, zei hij ook.

We staan dus met onze rug tegen de muur. Al de kikkers, prachtige libellen en krinkelende winkelende waterdiertjes zijn we kwijt in de poel. En nu vond ik een zeldzame Vinpootsalamander in de vijver. Wat als die naar de poel trekt?

Ik heb een mailtje gestuurd naar Natuurpunt Londerzeel. Nu er hier een zeldzame diersoort zit, kunnen zij misschien helpen om het mestbeleid van de weide terug te veranderen? Ik weet het, ik ben een zaag. Maar ik zou zo graag alles doen wat ik kan om mijn steentje bij te dragen voor de natuur.

Is er in jouw buurt eigenlijk nog proper water?

Hoe zit dat hier met die poel?

Toen we hier in 2009 kwamen wonen, lieten we met hulp van Natuurpunt een poelgracht graven achteraan onze tuin. Al snel zat daar heel veel leven in: verschillende soorten libellen, kikkers, salamanders, padden, krinkelende winkelende waterdiertjes. Echt tof! In de weide achter onze tuin groeiden vooral boterbloemen en pinksterbloemen. Het was hier heel romantisch en biodivers.

Maar een jaar of acht geleden, veranderde de bemestingsfrequentie van de weide. Waar er vroeger een keer per seizoen hooi geoogst werd, was dat nu drie keer. En drie keer per seizoen kwam de beerkar kwistig met sleepslangen vloeibare mest sproeien. Of grote karren vaste mest werden tot over de perceelsgrens en tot in de poel gestrooid. Enkele weken na zo’n bezoek, zagen we dan dat het water in de poel bruin werd.

Kikkers verdwenen. Libellen zagen we niet meer. Padden hadden we nog wel. Tot enkele weken na zo’n bezoek. Door al die mest legden ze steeds het loodje.

Ik moet toegeven, het is niet alleen door al die mest. Ook de klimaatcrisis doet het leven in onze poel geen goed. Door de langdurige droogte hadden we al snel heel weinig water in de poel. Daardoor was de stikstofconcentratie natuurlijk ook veel hoger. In de maand mei hadden we nog een stinkende brij vol muggen. Eigenlijk had ik dat water als vloeibare meststof kunnen verkopen!

Het is nu november en de poel staat nog steeds kurkdroog. Vorig weekend hebben we gemaaid. En deze week is de mestkar nog eens geweest. Of dat er hier ooit nog leven zal terugkomen? Ik weet het niet. Met ons nieuwe project ben ik heel blij. Hier hebben toch al wat diertjes een veilig onderkomen gevonden.