Onze knuffelkipjes, ze zijn de aaibaarheidsfactor van onze tuin. ” Oh, jullie hebben pluchen kipjes!” riep een speelkameraadje van onze dochter eens uit. Met hun zachte, donzige pluimpjes, rustig scharrelend en altijd zo lief…

Het is zeker twintig jaar geleden dat ik het ras leerde kennen. Sindsdien heb ik ze altijd gehad. Zijdehoentjes leggen niet zo heel veel eitjes. En ze worden ook heel snel broeds. Dat vind ik er juist zo plezant aan. Elk jaar hebben wij jong leven in de tuin. Het zijn ook zo’n goede moedertjes. Hun kuikens mogen zo lang bij hen blijven ook al zijn mama haar vleugeltjes al veel te klein geworden. Zo schattig!

Ik ben begonnen met een toompje witte kipjes. Maar algauw wilde ik meer en andere kleurtjes. Via ’t internet vond ik andere kwekers. Ondertussen heb ik ze in ’t rood, buff, blauw, zwart en patrijskleur. Ik hou ze niet kleur bij kleur. Voor de moment heb ik twee haantjes, een rood en een zwart. Voor mijn vader had ik een wit-patrijs kuikentje meegebracht maar dat is ook een haantje geworden. Dus misschien krijg ik het wel terug. Het duurt wel een tijdje eer je het geslacht kan zien bij de jonge diertjes. Ik zie het meestal het eerst aan hun ‘gezichtje’. Jonge haantjes krijgen zo’n kwade blik. De kipjes houden hun lieve oogjes.

Zijdehoentjes zijn eigenlijk kipjes die in elke tuin passen. Ik las eens dat je ze zelfs op een appartement kan houden. Dat kan ik me wel voorstellen want ze leggen zo’n kleine, droge kakjes. Maar dat vind ik maar zielig voor de beestjes. Ze lopen zo graag in de tuin! Bij ons gaan ze regelmatig eens op stap en scharrelen dan in de borders op zoek naar slakkeneitjes en onkruidjes.
Ik kijk al uit naar het voorjaar. Heb al terug enkele eitjes in het legnest gevonden. Dus binnenkort wordt er heel waarschijnlijk terug eentje broeds. Die zet ik dan in een hokje apart, de eitjes eronder en dan 21 dagen wachten. En dan uitkijken naar welke kleurtjes de kleintjes zullen hebben. Zo plezant!



Eerlijk gezegd, moet ik toegeven dat het niet mijn favoriete plekje in de tuin is, de moestuin. Op de een of andere manier slaag ik er steeds in om achter de feiten aan te lopen. De erwtjes te laat geplant, de spinazie doorgeschoten, de prinsessenboontjes te dik geworden… Structuur, moeke Hilde, structuur! Daarom besloot ik hulp te zoeken. Dit jaar doe ik immers mee met het Ecotuinenweekend van Velt en als we de mensen een tuin tonen, moet het toch op iets trekken,hé. Ik vroeg me af of we met Velt geen lessen konden geven in de moestuin, dan hadden andere mensen er ook nog iets aan.



Dat zijn bolletjes die voor mollen een penetrante geur verspreiden. Zelf vond ik ze nogal naar lavendel ruiken, niet slecht.Alle molshopen opgeschept en 3 bolletjes per hoop in de gangen gestopt. Wat een werk! En denkende dat uit deze bollen geen bloemen gingen groeien. Eerlijk gezegd vond ik het geen plezant werkje. En zou het iets uithalen? De volgende morgen zonk de moed me in de schoenen. Terug 2 hopen in het gras!😁. Bij de ene lagen de bolletjes er zelfs bovenop! Wat een regelrechte oorlogsverklaring! Toen heb ik mijn mollenklem weer boven gehaald. Ik ben ook niet heiliger dan de paus he. Gelukkig is het beestje er niet in getrapt.😄. En dan was er een kentering. Een week geen enkele molshoop! Tot er weer ene verscheen. Maar al de ecostyle bolletjes waren op. Dan heb ik maar, hopelijk zit u niet aan het ontbijt terwijl u dit leest, paaseitjes van onze hond in de gang gestopt.
En dat is nu 2 weken geleden! Ik heb geen enkele molshoop meer!!! Yes, en dat zonder dat ik heb moeten moorden! Ik vind mollen terug heel schattig, lief en heel nuttig voor de tuin…