Van de bloemetjes en de bijtjes

We waren al een tijdje ‘Facebookvrienden’ maar hadden elkaar nog nooit in ’t echt gezien. Zijn profielfoto is een hommeltje en hij is een bijenspecialist uit Londerzeel: Jorge Stukkens.

Vorig najaar waren we aan ’t brainstormen met het bestuur van onze Veltafdeling welke activiteiten we dit jaar zouden organiseren. Wilde bijen determineren in een Velt-tuin, dat zou ik eens graag doen. Iedereen was mee enthousiast en ik mocht eens bellen naar de bijenspecialist.

Dit jaar ging dat niet lukken, zei die, want hij is een huis aan ’t bouwen. Maar in 2026 wil hij dat zeker eens komen doen met ons. Joepie! “En nu ik je toch aan de lijn heb, mag ik eens een voorstel doen?” vroeg hij.

Van dat voorstel werd ik helemaal blij! Jorge heeft gemerkt dat de mensen uit Londerzeel (allee, eigenlijk die van buiten Londerzeel ook maar hij wil in onze eigen gemeente beginnen) niet veel weten over wilde bijen. Daarom heeft hij een ‘bijenplan’ gemaakt. Dat zou hij graag verspreiden. Wij, als Tuinrangers komen in veel tuinen. Dus misschien zouden wij wel willen helpen om die kennis te delen? Heel graag natuurlijk. Maar hij moest wel weten dat we ons laatste jaar in Londerzeel bezig zijn. Het project Tuinrangers duurt maar drie jaren.

“Maar met Velt bereiken we ook veel mensen en wij blijven wel voortdoen”, opperde ik. Allee, van ’t een kwam ’t ander en we voelden dat we met onze neus in dezelfde richting stonden. Dit moesten we vertellen aan de duurzaamheidsambtenaar van onze gemeente. Zij is een fantastische dame en wij komen goed overeen. Dus we beslisten om haar samen met de Velt-mensen en Tuinrangers eens uit te nodigen zodat Jorge zijn plan uit de doeken kon doen. Gewoon bij ons thuis. Voor de bijen wilden wij onze living wel eens uitbreken want er kwamen 15 mensen luisteren. Jorge had een presentatie gemaakt die hij op onze tv kon tonen. Een drankje en een chipje erbij en de avond kon niet meer stuk.

Jorge vertelde zeer enthousiast en dat werkte aanstekelijk. Iedereen hing aan zijn lippen. Op een moment vroeg hij of iemand wist hoeveel soorten wilde bijen we in België hebben. Sommigen deden een gok. Maar het waren er veel meer. Wel 400, zei hij! Het was even stil en toen …

Ja, eigenlijk moet ik eerst vertellen dat jongste zoon zijn valkparkiet nog steeds hier woont. En dat zoonlief hem geleerd heeft om te fluiten naar de meisjes. 🙂

Dus, Jorge zei: 400! En toen deed Flapke de parkiet: “Pfie pfieuw!” We hebben allemaal gegierd van ’t lachen. Wat een timing!

Wist jij dat bijen vegetariërs zijn? Zelf eten ze nectar en voor hun kroost verzamelen ze pollen. Misschien heb je dat al gezien? Die gele klompjes aan hun poten of buik als ze van bloem naar bloem vliegen. En wespen zijn vleeseters. Zelf eten ze ook nectar. Maar voor hun kinderen jagen ze op muggen, vliegen en andere (plaag)insecten.

En wist je dat klokjesbijen slapen in de kelkjes van de klokjesbloemen? Zo cute! In de zomer moet je ’s avonds eens zo’n klokje opheffen en kijken, zei Jorge. Als mensen dat zouden weten, willen ze toch allemaal zo’n klokjes (Campanula) in hun tuin?

En wist je dat Slobkousbijen (wat een toffe naam trouwens) Wederik nodig hebben? Op Wederik planten zit een soort olie dat ze gebruiken om hun nest waterdicht te maken.

En wist je dat niet alle bijen steken? Alleen vrouwen doen dat. De mannetjes dienen juist voor de voortplanting dus die hebben geen angel nodig. Zou het in onze mensenwereld niet veel simpeler zijn als Poetin en Trump zich ook alleen maar daarmee zouden moeten bezighouden?

De sfeer was heel gezellig en wij genoten van al die verhalen. Ik wist niet dat de wereld van de wilde bijen zo boeiend is. Het werd een echte brainstormsessie over hoe we dat aan zoveel mogelijk mensen kunnen zeggen. Ook hier op de blog wil ik daar graag over vertellen. Zou jou dat interesseren? Want als we iets kennen, dan willen we het in stand houden en helpen. Aculea, de wilde bijen en wespen werkgroep van Natuurpunt begeleidt zelfs gemeentes om planten voor bijen te zetten. Onze duurzaamheidsambtenaar heeft al direct hun gegevens genoteerd. Ik heb het gevoel dat hier iets in gang gestoken is waar we het einde nog niet van gezien hebben. Zo plezant!

De bijenfoto’s komen allemaal van: https://www.kurtfotografeert.be

Biodiversiteit en de Klimaattop: Wat Je Moet Weten

Dat de klimaattop in Azerbeidzjan bijna gedaan is en er nog niets bereikt is, weet je waarschijnlijk wel he? Maar wist je ook dat op 5 november de zestiende biodiversiteitstop geëindigd is in Colombia? Die conferentie van de Verenigde Naties wordt om de twee jaar georganiseerd. Eigenlijk was er in de media niet zoveel aandacht voor. Bedoeling is de ineenstorting van onze biodiversiteit wereldwijd tegen te houden. Iets wat, naast klimaat, broodnodig is als we hier op onze planeet nog wat willen blijven. Zonder vliegende insecten geen bestuiving van ons voedsel. Maar ook ‘pieren, mieren en mollen’ hebben we nodig om de bodem vruchtbaar en water doorlaatbaar te houden.

Twee jaar geleden op de biodiversiteitstop in Montréal is er een historisch akkoord bereikt. Tegen 2030 moet 30% van het land en de zee het statuut van beschermde natuur krijgen. Voor dat natuurbehoud hebben ze een jaarlijks bedrag voorzien van 200 miljard dollar.

Dit jaar ging dan afgesproken worden wie dit gaat financieren. Maar de onderhandelaars bleken ook kampioenen te zijn in het voor zich uitschuiven van moeilijke beslissingen. Er kwam heel wat lobbywerk van bedrijven aan te pas. En de rijke landen willen gewoon niet. Terug naar af dus. Er is geen akkoord over de centen gevonden. Nochtans hoe langer we wachten, hoe moeilijker het wordt, toch?

Word nu niet helemaal wanhopig, er is al genoeg slecht nieuws de laatste tijd. Ze hebben wel enkele dingen kunnen overeenkomen.

Zo zullen op toekomstige conferenties over de biodiversiteit inheemse volkeren een eigen stem krijgen. Da’s heel belangrijk. Zij wonen in natuurgebieden en gaan er respectvol mee om. Ze hebben enorm veel kennis. Eigenlijk nemen zij de rol op van beheerder van die biodiverse gebieden. Daar moeten we veel meer aandacht voor hebben.

Er is het Cali-fonds opgericht: Bedrijven zullen moeten geld betalen voor genetische informatie die ze halen uit de natuur. Dat is nu gratis. Maar veel multinationals doen daar hun voordeel mee. Bijvoorbeeld big pharma om medicijnen te ontwikkelen. Dit geld kan dan gebruikt worden om natuur te ondersteunen.

Alle goede dingen bestaan uit drie: een groep landen, waaronder ook België, gaan werk maken van de ‘mainstreaming’ van biodiversiteit. Hiermee bedoelen ze dat ze de doelstellingen en principes van de top in Montréal gaan opnemen in hun beleid.

En ook wij, kleine mensen met zogezegd weinig macht, kunnen helpen. Word lid van Velt! (Dat kan hier.) Want daar leer je in een aangename sfeer ecologisch en duurzaam leven. Waarschijnlijk heb jij een tuin(tje), terras of balkon? Wil jij de biodiversiteit een boost geven maar heb je niet zoveel kennis van de natuur? Dan kan je in Vlaanderen en ondertussen ook in Nederland een Tuinranger vragen om je persoonlijk advies te geven. Je eigen paradijs creëren en zo de wereld terug mooier maken. Want al is het maar een druppel op de hete plaat, veel druppels op die plaat hebben wel effect.

Ook in Londerzeel doen wij Tuinrangerbezoeken. Hier kan je jouw bezoek aanvragen: https://www.tuinrangers.be/tuinadvies-aanvragen. Denk je er eens over na? Onze wachtlijst is momenteel niet zo lang.

Ondertussen blijven we hopen dat er in Azerbeidzjan toch nog een akkoord gevonden wordt. Want burgers en bedrijven zien de noodzaak van actie allang in. Wanneer gaat die politiek nu eindelijk ook eens zijn steentje beginnen bijdragen?

Nog eens in de boekskes

Dat ben ik hier vergeten te vertellen he. Eind vorig jaar kreeg ik ineens telefoon van onze plaatselijke journalist. Of hij eens een interview mocht komen doen voor Publideluxe.

Het was aan zijn oren gekomen dat ik Tuinranger voor Londerzeel geworden was en daar wou hij wel eens het fijne over weten. Al fluitend kwam hij den hof op. ‘Doef’ (dat is zijn bijnaam) fluit altijd. Zo hoor je dat ‘de pers’ eraan komt.

Publi nieuws is een lokaal krantje gezeteld in Puurs. De familie Baeté heeft een jarenlange traditie (vanaf 1860) in het brengen van regionale berichtgeving. Hun opvolgers, de familie Cools-Mertens (1972), hebben deze weg verdergezet. Met de Publi brengen zij nieuws over lokale ondernemers en verenigingen. Publideluxe is het chiquere broertje en verschijnt 4 keer per jaar. Het wordt verspreid op 60 190 exemplaren.

Ik vond het echt tof dat ze iets wilden brengen over de Tuinrangers. Laat de aanvragen voor tuinbezoeken nu maar binnenstromen. We zijn er klaar voor.

Dagboek van een Tuinranger (4)

Nu ben ik er echt ene! Vorige maand werd onze opleiding afgerond met een bijeenkomst in het begijnhof van Diest. We kregen de laatste praktische tips, konden kennismaken met nieuwe tuinrangers van andere gemeenten en met de mensen van de vrijwilligerswerking. We merkten al direct dat Elisa, onze vrijwilligersverantwoordelijke, een joviale, goedlachse madam is. Ik kreeg al enkele toffe mailtjes van haar. De contacten met zo’n mensen maken dat je van vrijwilligerswerk zoveel voldoening krijgt.

De eerste 12 tuinen die we in Londerzeel bezoeken, gaan we met twee doen. Dan staan we wat sterker he ;). Mijn eerste tuinbezoek deed ik samen met Annick. Gisteren hielp ik Erna. De week erna helpt Rita mij en help ik Martine met een tuin. Ik ging ook al mee ‘als stagiaire’ met Kristien uit Asse. Zij heeft al meer dan 100 tuinen gedaan. Dus daar heb ik wel wat van geleerd.

Dat eerste tuinbezoek is enorm goed meegevallen. Een hele lieve jonge mevrouw die al direct toegaf dat ze geen groene vingers heeft maar wel enorm om de natuur geeft.

Ze had zich in de luren laten leggen door de tuinaannemer. Die had haar terras behandeld met gif tegen ‘onkruid’. De middelen die nu gebruikt worden, kunnen geen kwaad meer, had hij gezegd. Dat is spijtig genoeg niet juist. Het kankerverwekkende glyfosaat zal wel vervangen zijn door pelargonzuur. Maar dat is even giftig voor bodemorganismen en waterleven. Op de verpakking staat dat je minstens 10 meter verwijderd moet blijven van oppervlaktewater. En dat kan niet op een terras of oprit met een afvoer naar de riool. Daarbij werkt het niet echt. Alleen de bovengrondse delen van de plant worden aangetast. Dus na een maand staat het er terug. Ze heeft veel geld betaald voor niks. Wij adviseerden het onkruid tussen haar tegels te lijf te gaan met een grastrimmertje of een scheut heet water.

Wat hebben we nog verteld?

Dat je mos tussen de tegels op de oprit zelfs in gerenommeerde Engelse tuintijdschriften ziet. Dat het tussen onze oren zit, dat het weg moet. Mos is een echte luchtzuiveraar. Dus in onze living moeten we stofzuigen maar buiten niet. Zij was vooral bang dat ‘de mensen’ haar vuil zouden vinden. Dus dat de Tuinrangers haar zeiden dat het voor de natuur beter is, vond ze eigenlijk wel tof.

Dat je met een metserskuip ingegraven in de grond en waterplanten erin kikkers en salamanders kan aantrekken.

Dat bosaardbeitjes lekkere en makkelijke bodembedekkers zijn in dat stukje tuin waar ze geen weg mee weet.

Dat ze in dat moeilijk hoekje tegen de muur biobloembollen in de grond kan steken en tuingeraniums kan zetten.

We gaven haar zaadjes van inheemse bloemen, nuttig voor bijen. Want het carnavalsmengsel dat ze voor hen gezaaid had, daar zijn ze eigenlijk niet veel mee. Volgend jaar gaat ze onze bloemen zaaien. En ook de Margrietenzaadjes die we haar gaven, gaat ze gebruiken en uitdelen.

Dat ze heel goed bezig is in haar gazon. De kinderen voetballen er. Maar de mol mag er wroeten. Ze trekt de molshopen gewoon open. Daardoor kunnen madeliefjes en andere kruiden kiemen en krijgt ze een kruidenrijk gazon.

Dat in het gaatje in de muur waar steeds een bijtje naartoe ging, nu baby’tjes zitten die volgend voorjaar zullen uitkomen. Dat eerst de mannetjes zullen komen die de vrouwtjes zullen opwachten. Dat de Franse veldwesp die we tegenkwamen, niet naar limonade komt. En de groene schildwants die ineens op tafel landde en we in een loeppotje staken zodat ze haar kon bekijken, daar werd ze zowaar emotioneel van.

Of ons tuinbezoek positief was? Ik denk het wel. Vooral omdat ze op een bepaald moment uitriep: “Amai, het is hier precies mijn verjaardag vandaag!” Daar doet een mens het voor he?

De andere bezoeken deze week waren ook allemaal zo positief. En Kristien uit Asse stuurde ons allerlei informatie over inheemse planten door. Zij maakte daarmee een map, aangevuld met foto’s uit haar tuin. Dat wil ik deze winter ook maken. Als je foto’s kan tonen aan de mensen, dat spreekt meer aan.

Ik doe het echt graag: vertellen over de tuin, mensen tips geven om meer natuur te verwelkomen en zo onze gemeente een beetje mooier maken.

(Foto’s zijn van Bjorn Weynants tijdens onze Ecotuindag ’23)

Dagboek van een Tuinranger (3)

De 7 Tuinranger-madammen uit Londerzeel, een toffe, enthousiaste bende, dat is het! Deze maand hebben we al enorm genoten van ons Tuinranger-avontuur. We hebben onze theorielessen online gekregen en deden al een eerste tuinbezoek. Op 22 april gaan we een tweede bezoek doen. Maar in ons WhatsApp-groepje spraken we af om eerst nog eens extra te oefenen in elkaars tuin.

De theoriecursus is echt basis. Voor mij was het allemaal herhaling en eens op een andere manier verteld. Wat ik natuurlijk wel heel plezant vond. Alleen mocht er voor mij nog meer info over goede inheemse tuinplanten inzitten. Daarvoor werd de website van Ecopedia aangeraden. Zelfstudie dus.

Het huiswerk dat we kregen was plezant om te doen en met momenten echt hilarisch. Zo moesten we eens een plan tekenen van onze tuin met de hulp van Geopunt. De uitleg was: leg een wit blad op uw scherm en teken over. Maar met een touchscreen lukt dat natuurlijk niet. Deze digibeet zat in een mum van tijd 700 km verder in de sterren! 🙂 Helemaal mijne weg kwijt en goed gelachen! Dankzij een tuincursus heb ik toch weer wat bijgeleerd over de computer.

Tuinrangers vertrekken met respect voor wat mensen willen in hun tuin. Daarbij kunnen we dan advies geven hoe ze ook plaats kunnen geven aan natuur.

Een voorbeeldje: De struik ‘Forsythia’ is eigenlijk een waardeloze plant voor bijen. Hij produceert geen nectar of stuifmeel en heeft geen voedsel voor hen. Ook rupsen leven er niet op. Dus vogels vinden ook geen voedsel op een Forsythia. Moeten we daarom aanraden om de Forsythia uit te spitten? Maar nee, jong! Als mensen die struik mooi vinden, mag die absoluut blijven. Maar wat we wel kunnen voorstellen: laat de paardenbloemen in de buurt van die Forsythia staan. Want die zijn de absolute kampioen in het aanbieden van voedsel voor wilde bijen. Daarover lees je meer hier. En toegegeven, het geel van de paardenbloemen past toch mooi bij dat van de Forsythia hè?

Ik denk dat onze grootste opdracht zal zijn om mensen te tonen hoe ze kunnen houden van onze inheemse planten en ze niet zomaar te catalogeren als ‘onkruid’ en ‘vuiligheid’. Heb jij tips voor ons?

Dagboek van een tuinranger (2)

Opgewonden zoals een kind op de eerste schooldag fietste ik zaterdag naar Londerzeel. Helemaal klaar voor de eerste les van de Tuinrangers.

Het is dus inderdaad gelukt! Ik mag meedoen!

Het Tuinrangersteam in Londerzeel bestaat uit 7 madammen. Dat dat heel plezant is, moet ik u niet uitleggen zeker? Samen met 6 mensen uit Edegem zaten we ‘in de klas’, het zaaltje van Gerard Walschap. Eigenlijk gingen er ook nog 3 mensen uit Sint-Niklaas meedoen. Maar die waren al aan ’t ‘brossen’.

Frans De Smedt, lesgever van dienst, begon met het uitdelen van ons lesmateriaal en cursus. Zo’n schoon gerief! In ons team klikt het echt, zo tof. Annick, onze verantwoordelijke, maakte al een WhatsApp-groepje. Met Erna, het nieuwe vriendinnetje naast mij in de klas heb ik al honderduit zitten babbelen. We gaan nog moeten oppassen of meester Frans zwiert ons uit elkaar. 😉

We werkten wel goed mee hoor. Zo goed dat Frans ons op een bepaald moment wel even temperde. “Jullie zijn allemaal zo enthousiast. Maar besef wel dat je bij de mensen met kleine stapjes zal moeten beginnen.” zei hij. Dat gaan we doen. Met zachte hand en veel begrip, zoals alleen vrouwen dat kunnen. Maar we hebben allemaal hetzelfde doel. Wij willen, hoe klein onze inbreng ook is, deel uitmaken van die groeiende groep mensen die onze planeet terug mooi en gezond wil maken. Zodat wij als mensheid nog lang kunnen blijven. Het voelt goed iets te kunnen doen in deze toch wel rare tijd.

En hoe begin je daar best aan? Door eerst in onze eigen vijver te vissen, dicht bij huis. In Vlaanderen beslaan tuinen 12% van de open ruimte. Als we al die tuinen ecologisch en klimaatvriendelijk inrichten, is dat al een enorme winst. Want we hebben onze natuur en biodiversiteit nodig om ons te helpen de klimaatcrisis te bestrijden.

Daarom nam de gemeente Londerzeel ons in dienst. Als vrijwilligersteam gaan we Londerzeelse mensen helpen hun tuin zo in te richten dat vogels, bijen, vlinders, libellen, egels, … terug meer plaatsen vinden om te leven. Want we hebben hen broodnodig. Eigenlijk is het makkelijk en simpel: In een tuin met veel variatie en ook wat inheemse planten ontstaat een natuurlijk evenwicht en dan heb je geen pesticiden nodig. Want dat is het enige waar wij heel streng tegenover zijn: pesticiden gebruiken we echt niet. En ook tuinen met alleen maar stenen, daar hebben we het niet voor.

Ik heb al enorm veel goesting in de volgende lessen. Onze theoretische cursus gaan we verder verwerken in 3 online lessen. Om te oefenen, gaan we 3 tuinbezoeken doen. En op 13 mei is er een bijeenkomst van alle tuinrangers in Vlaanderen. Daarna kunnen we starten. In september is er een terugkomdag. Hier zit een ‘content kind’! 😉

Dagboek van een Tuinranger (1)

Vorige maand was ik present op de infoavond over de Tuinrangers in onze gemeente. Er waren een kleine twintig toehoorders. Projectleider Werner Van Craenenbroeck kwam ons vertellen wat de tuinrangers doen en hoe je er ene kan worden.

Ik volg hen al van bij de start en vind het fantastisch wat ze doen. ‘Tuinrangers‘ is een dienst van Inverde voor steden en gemeenten om bij te dragen aan hun klimaat- en biodiversiteitsbeleid via de tuinen van inwoners. Dit gebeurt via een lokale vrijwilligerswerking. Want 12% van de open ruimte in Vlaanderen is ‘vertuind’. Dat wil zeggen dat we zelf gigantisch veel mogelijkheden hebben in de strijd tegen de klimaat- en biodiversiteitscrisis. En voelen dat je er iets kan aan doen, dat maakt gelukkig.

Door onderzoek in tuincentra is gebleken dat mensen vol goede wil zitten om onze inheemse wilde dieren te helpen. De afdeling met producten voor tuinbewoners (nestkastjes, vetbollen, insectenhotels, …) is enorm winstgevend. Alleen is er een probleem. Een nestkastje in een compleet verharde tuin, dat werkt niet. Want jonge koolmezen eten geen vetbollen, maar rupsen. En voor rupsen heb je inheemse bomen en struiken nodig. Vlinders en bijen hebben bloemen nodig. En egels in een volledig afgesloten tuin? Die raken er niet in of uit.

Maar zo’n dingen worden niet verteld door een tuinaannemer of -architect. Daarom is de Tuinranger-methode uitgevonden. Zoals de vrijwilliger het hulpje van de verpleegkundige in het woonzorgcentrum is, is de tuinranger dat van de tuinaannemer of -architect. Tuinrangers kunnen ook advies geven over welke aannemers of architecten in de buurt natuurvriendelijk werken.

Wat doen Tuinrangers dus niet? Ze geven geen technisch advies over tuinaanleg. Maken geen tuinontwerp of geven geen esthetisch oordeel.

Wat doen ze dan wel? Op maat van jouw tuin en jouw leven geven ze (gratis) advies over hoe je meer natuur kan verwelkomen. Ze kijken naar de bodem en de oriëntatie van de tuin. En wat haalbaar is, bijvoorbeeld geen grote eik in een kleine voortuin. Ze werken op maat van de mensen, hun smaak en hun tuingebruik. Bijvoorbeeld als er veel gevoetbald wordt in de tuin, gaan ze geen bloemenweide voorstellen.

Er zijn nochtans boeken en websites over natuurvriendelijk tuinieren. Toch hebben veel mensen nog schroom. Want we hebben wel van onze ouders geleerd hoe we het gras moeten afrijden. Maar hoe onderhoud je bijvoorbeeld een bloemenakker? Dat leer je niet zo makkelijk uit een boek. Daarom is er de Tuinranger! Hoe begin je daaraan? En hoe zit het specifiek voor jouw tuin? Je tuin moet natuurlijk een tuin blijven, het moet geen wildernis worden.

De opleiding van de Tuinranger en de bezoeken die hij aflegt, worden gefinancierd door de gemeente. Gedurende een tweetal uurtjes komt hij bij je thuis advies op maat geven. Hij werkt rond tuinbiotopen, tuinproblemen en hulp voor specifieke diersoorten. Hij gaat ook met jou op ‘tuinsafari’. Je krijgt een pakket met een mapje in A4-formaat met adviesmateriaal en een safarikit met zoekkaarten en een vergrootglaspotje. Ook zadenmengsels en een tuinbordje zitten in het pakket. Bedoeling is je vooral ‘goesting in tuinnatuur’ te geven. Je tonen dat je met weinig moeite een aards paradijs aan je achterdeur kan creëren.

Da’s iets waar ik heel graag wil aan meehelpen. Ik heb gesolliciteerd en op 4 maart start de opleiding. Wordt hopelijk vervolgd!